Geplaatst op 07 december 2018
Vandaag is het Nationale Vrijwilligersdag. Voor het item 'Wat bezielt de vrijwilliger' in Paard&Sport nr2. spraken we af met Joke Opmeer, topvrijwilliger bij Manege Hallinckveld is Loosdrecht. ‘Als Joke er niet is – wat bijna niet voorkomt – is dat echt een gemis!’ Manege Hallinckveld is Loosdrecht kan niet zonder Joke Opmeer-Hartman (53). Wie is deze topvrijwilliger uit Hilversum?
‘Ik kreeg paarden met de paplepel ingegoten. Mijn ouders zijn allebei dierenarts en mijn moeder heeft als student gereden. Ik werd dus ook al snel op een pony gezet. Als kind heb ik altijd gereden. Tot mijn zestiende; toen kreeg ik andere interesses en ben ik gestopt.
Opeens was ik 32, en het leek me heel leuk om weer te gaan rijden. Mijn man zei: “Regel het dan!” Ik werkte in het ziekenhuis op dat moment, met onregelmatige uren en kon niet op een vaste dag. De maneges die ik benaderde, konden daar niets mee, maar Manege Hallinckveld vond het geen probleem. Die zei gewoon dat we er wel uit kwamen. “Oké,” zei ik, “ik kom er nu aan!” En ik ben nooit meer weggegaan. Dat is 21 jaar geleden alweer.
Zo rolde ik van het een in het ander, van een keer per week les naar helpen op stal, bij proefjes, cursussen en open dagen. Je leert er ook veel van, bijvoorbeeld van het schrijven en meekijken bij proefjes. Ik rijd F17 met mijn lieveling Raspotin. Hij is verwaarloosd gevonden en met veel zorg en liefde teruggebracht. Verbazingwekkend dat hij zo veel vertrouwen heeft. Hij is een boefje, maar ook een goudeerlijk paard met een bijzonder plekje in mijn hart. Ik vind paarden geweldige dieren, ook om wat ze je teruggeven. Ze geven aan of je het goed doet of niet. En op stal, als je met ze bezig bent, krijg je daar veel dankbaarheid en liefde voor terug. Die liefde gaat ook vaak door de maag, met wortels. Ik vind het heel fijn om bij paarden in de buurt te zijn. Ze geven me heel veel rust. Er is geen paard dat ik niet leuk vind. Ik vind het zulke bijzondere beesten. Heerlijk. Hoe ze met mensen maar ook met elkaar omgaan, dat is interessant om te zien. Ze hebben een grote aantrekkingskracht ook. In het buitenland moet ik ook altijd even gaan kijken als ik paarden zie.
Toen ik in het ziekenhuis werkte, was dat heel stressvol. Dan kwam ik echt tot rust bij de paarden. Bij uitmesten hoef je niet na te denken en doe je even wat je moet doen en dat is heel ontspannend. Heel anders ook dan wat ik in het dagelijks leven doe. Ik werk nu als praktijkondersteuner voor zes huisartsen. Ik heb veel verantwoordelijkheid en moet veel denken, vaak ook voor andere mensen. Een dagje helpen op stal betekent niet zelf denken, maar go with the flow. Heerlijk als iemand zegt: “Ga jij maar even de gang vegen.”
Het leuke is ook dat je dit soort dingen doet met andere mensen die op stal staan. Dat geeft verdieping. Je gaat met de ouders net zo om als met de kinderen. Leeftijd maakt niets meer uit. Je bent zo lekker bezig dat dat allemaal wegvalt. Voor zo’n interview als dit maak je dan even pas op de plaats en overdenk je even hoe het allemaal zo is gekomen. Ik stop er ook nog lang niet mee. Ik vind het hartstikke leuk en het geeft me energie. En als ik af en toe even een paardenneusje mag aaien, ben ik helemaal gelukkig.’