Geplaatst op 25 mei 2020 in Dressuur & Para
Dressuur is de basis waar eigenlijk iedereen mee begint. In de dressuur leer je met een correcte houding en zit en met de juiste hulpen paard te rijden. In de afgelopen weken hebben we je iets verteld over de juiste zit, het geven van hulpen en het rijden van wendingen. Als je wat verder in je opleiding bent ben je misschien wel toe aan een aantal nieuwe rijkunstige uitdagingen of meer verdieping. Hoe je de juiste hulpen geeft om het paard te controleren en figuren te laten uitvoeren en je correcte houding en zit blijven nog steeds erg belangrijk. Maar vanaf dit niveau worden ook de manier van bewegen van het paard en hoe dit wordt beïnvloed door jou steeds belangrijker. De dressuur kent een aantal basisprincipes: de scala van de africhting van een paard. Dit wordt als leidraad gebruikt bij het beoordelen van dressuurproeven vanaf de klasse BB en B. De scala bestaat uit: takt, ontspanning, aanleuning en nageeflijkheid, activiteit en impuls, rechtgericht zijn en verzameling. Vandaag vertellen we je meer over aanleuning en nageeflijkheid. Wat is het en waarom is het zo belangrijk?
Aanleuning en nageeflijkheid
Onder aanleuning wordt de licht verende druk op de teugel verstaan die een paard aanbiedt, als gevolg van jouw voorwaartse inwerking op het paard, nadat jij contact en verbinding hebt genomen met de paardenmond. Een paard geeft na als hij het teugelcontact accepteert en daarbij zijn nek- en kaakspieren ontspant. Een nageeflijk paard (aan de teugel) loopt met zijn hals in een mooie boog met zijn neus verticaal of net iets voor de loodlijn.
Plaatje 1: Het paard gaat aan de teugel.
Plaatje 2: Het paard gaat achter de teugel.
Plaatje 3: Het paard gaat tegen de hand.
Plaatje 4: Het paard hangt op de hand.
Het is niet de bedoeling dat je een paard met je handen in deze houding trekt. Dan ontspant hij zich namelijk niet en is hij niet nageeflijk. Gaat hij correct aan de teugel, dan loopt hij ontspannen en aan jouw hulpen. Hij reageert onmiddellijk op de aanwijzingen die je geeft. Het contact dat jij hebt met zijn mond is vriendelijk en elastisch. Dit geeft voor jou en het paard een fijn gevoel.
Om een goede aanleuning te krijgen is het belangrijk dat je de achterbenen van je paard op de juiste manier activeert. Het is de bedoeling dat hij zijn achterbenen verder naar voren zet en actief voorwaarts loopt. In reactie op jouw actief voorwaarts drijvende hulp brengt hij zijn hoofd en hals meer naar voren. Als jij dit zacht opvangt met een weerstand biedende hand en hij aanvaardt dat met een ontspannen rug, dan zal hij gaan nageven.
Nageeflijkheid en aanleuning zijn een gevolg van op de juiste manier rijden. Je kunt het niet met je handen afdwingen. In de africhting van een paard is het de bedoeling dat hij zijn gewicht steeds meer naar zijn achterbenen verplaatst. Hoe verder je komt in je rijopleiding, hoe belangrijker de aanleuning en nageeflijkheid worden om dit te bereiken. Als het nog niet meteen lukt, is dit helemaal niet erg. Het komt vanzelf goed als je je op je zit, je eigen rijden en de hulpen die je geeft concentreert. Als een paard niet wil nageven kan het zijn dat je contact met de paardenmond niet constant is. Als je onrustig of stuiterend zit, ontspant je paard zijn rug niet. Daardoor laat hij ook zijn nek- en kaakspieren niet los.
Een paard is tegen de hand als hij zich verzet door zijn hoofd omhoog te doen. Probeer het op te lossen door met je benen de achterhand te activeren en dit met soepele handen weer op te vangen. Het helpt niet om harder terug te trekken. Een paard is achter de teugel als hij zijn hals opkrult en met zijn hoofd achter de loodlijn gaat. Als hij daarbij ook het contact met jouw hand loslaat, is hij niet meer aan de hulpen. Je hebt dan niets meer te vertellen. Dit kan komen doordat een paard bang is voor het bit, bijvoorbeeld door te ruwe ruiterhanden. Los dit op door zelf voorzichtig contact te zoeken en actief voorwaarts te rijden, zodat hij jouw hand weer gaat opzoeken.
Eerder verschenen in deze reeks Leren Paardrijden:
De Zit
De Hulpen
Het correct rijden van wendingen
Meer weten?
In het boek 'Leer Paardrijden met Plezier', dat onderdeel is van de KNHS Ruiteropleiding Brons, vertellen we je alles over leren paardrijden. De KNHS Ruiteropleiding bestaat uit drie fasen (brons, zilver en goud) en leidt op van eerste paardrijles tot en met het hoogst haalbare niveau. De ruiteropleiding wordt aangeboden op FNRS-maneges. De dichtstbijzijnde manege bij jou in de buurt vind je hier. Heb je een eigen paard vraag dan je instructeur om je te helpen de theorie om te zetten in de praktijk.
Meer informatie KNHS Ruiteropleiding.
Overname tekst- en beeldmateriaal niet toegestaan
Categorie: Leren paardrijden