Geplaatst op 20 juli 2020 in Springen
Elke week geven we je tips om beter te leren paardrijden. Vandaag besteden we aandacht aan het springen. Voorafgaand aan het springen doe je een warming up met het paard. Bij het losrijden worden de spieren opgewarmd. Begin met stapwerk, daarna een rustige draf en korte stukjes galop. Rijd wat oefeningen, zoals voltes en overgangen, waarbij je test of je paard goed op je hulpen reageert. Stap tussendoor regelmatig aan een lange teugel, zodat je paard even op adem kan komen. Hij moet genoeg energie overhouden voor de springproef. We geven je graag tips hoe je je paard optimaal voorbereidt om het parcours in te gaan.
Als er meerdere mensen met hetzelfde paard aan een springparcours meedoen, hoeft het losrijden niet steeds opnieuw te gebeuren. Wel is het belangrijk dat alle deelnemers even een paar eenvoudige oefensprongetjes maken, om zichzelf en het paard voor te bereiden op het parcours. Wanneer je gaat springen is het belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan het dressuurmatig loswerken. Probeer dit springgericht te doen met aandacht voor de volgende punten:
Ontspanning
Tijdens het losrijden, maar ook in het verdere werk, is het van belang dat een paard naar ontspanning wordt toegewerkt. Een ontspannen paard zal beter reageren op de hulpen, laat zich beter bewerken en zal meestal een mooier afgewerkte sprong laten zien.
Een lichte fijne aanleuning
Als je paard licht en fijn in aanleuning gaat, is hij makkelijker en lichter te rijden. Het paard loopt dan beter in balans, draagt zichzelf en heeft jouw hand niet als steunpunt nodig. Een springpaard hoeft zijn hoofd niet precies op de loodlijn te hebben. Aanleuning kan ook met de neus voor de loodlijn en hangt nauw samen met het gebruik van het achterbeen, dus de mate waarin het paard ‘aan het been’ is.
Constante verbinding
Als je een constante verbinding hebt met de paardenmond, is hij makkelijker en lichter te rijden. Je paard is hierdoor is beter te sturen.
Recht aan twee teugels
Ook het recht aan twee teugels zijn is een onderdeel van een goede aanleuning en dus van belang in de springsport. Een paard dat goed recht aan twee teugels gaat, zal ook de rest van zijn lichaam gebruiken. Hij spant aan beide kanten zijn spieren gelijk aan en draagt met beide achterbenen evenveel gewicht. Dit is van belang voor het rijden van wendingen en het recht en in balans blijven op de sprong, zeker tijdens het rijden van combinatiesprongen.
Goed aan het been
Om fijn te kunnen springen moet het paard goed naar je hulpen luisteren en aan het been zijn. Om op een goede afstand bij de hindernis te komen moet je immers de galopsprongen kunnen verruimen en verkorten. Dit kun je leren door in alle gangen veel te schakelen. Daarmee vergroot je het vermogen van het paard om de galopsprong te verlengen en te verkorten. Zijn lichaam moet als een harmonica in elkaar kunnen schuiven en weer rekken, terwijl hij zijn balans en ritme behoudt.
Pasje zijwaarts
Een springpaard moet bij voorkeur ook een pasje zijwaarts kunnen, dus ook wijken voor de eenzijdige kuit en eventueel schoudervoor wanneer jullie hier aan toe zijn. Dit is belangrijk voor het ontwikkelen van souplesse en om te voorkomen dat je paard naar binnen valt als je een wending rijdt. Ook kun je met deze oefeningen wat variatie in het werk aanbrengen waardoor je paard voldoende gemotiveerd blijft.
Wat is de maximale hoogte die je mag inspringen?
Wat niet in de video staat, maar wel in de reglementen is opgenomen is dat je op het voorterrein maximaal 10 cm hoger mag springen dan de hoogte van het te springen parcours.
Op welke hand rij je los?
De hindernissen zijn zo opgesteld dat het logisch is dat er maar in één richting losgereden wordt. Vaak is dit linksom. Als de losrijruimte groot genoeg is of als het niet zo druk is, dan kun je best even op de andere hand rijden. Rij andere combinaties dan niet in de weg.
Moet je stappen op de buiten- of binnenhoefslag?
Over stappen op de buiten- of binnenhoefslag is niets geregeld. Als je stapt, dan is het wel belangrijk dat je ruimte geeft aan deelnemers die willen inspringen. Met zijn tweeën of met meer naast elkaar stappen is echt heel vervelend voor andere ruiters, en dus “not done”.
Stilstaan, waar doe je dat?
Stilstaan doe je bij voorkeur in een hoek of in het midden van het losrijterrein. Midden op de lange zijde is natuurlijk niet echt handig.
Kan je deze content niet goed zien? Dan heb je waarschijnlijk voor een aantal cookies geen toestemming gegeven. Accepteer de marketing cookies om de content wel te zien.
Heb je nog vragen over het losrijden zit of loop je tegen problemen aan? Vraag dan je instructeur om je te helpen.
Eerder verschenen in de reeks 'Leren Paardrijden - Springen' de volgende artikelen:
Verlichte zit
Lijnen en hindernissen
Meer weten?
De informatie uit bovenstaand artikel vind je in de boeken brons en zilver van onze ruiteropleiding ‘Leer paardrijden met Plezier’. Je kunt deze boeken sinds kort bestellen in onze webshop. De boeken kosten € 27,50 per stuk, maar ben je lid van de KNHS dan betaal je maar € 15,95.
De KNHS Ruiteropleiding bestaat uit drie fasen (brons, zilver en goud) en leidt op van eerste paardrijles tot en met het hoogst haalbare niveau. De ruiteropleiding wordt aangeboden op FNRS-maneges. De dichtstbijzijnde manege bij jou in de buurt vind je hier. Heb je een eigen paard vraag dan je instructeur om je te helpen de theorie om te zetten in de praktijk.
Meer informatie KNHS Ruiteropleiding.
Overname tekst- en beeldmateriaal niet toegestaan
Categorie: Leren paardrijden