Leren Paardrijden: Springtraining in-uitjes

In-uitjes zijn goede oefeningen om te gebruiken in je training. Bij ervaren paarden die vertrouwd zijn met het springen van in-uitjes kun je, nadat je wat losgesprongen hebt over een enkel kruisje of steilsprongetje, gelijk doorwerken over een lijntje dat bestaat uit meerdere in-uitjes. Bij jonge en/of onervaren paarden kun je beter kiezen voor een geleidelijke opbouw. Dit laatste is ook het geval wanneer je zelf als ruiter nog geen ervaring hebt met het springen van in-uitjes.

Hoe begin ik met het springen van in-uitjes?
Je begint met het springen van een kruisje. Vervolgens wordt op drie meter achter het kruisje een balk gelegd en spring je een aantal keer over dit lijntje om het paard te laten wennen aan het feit dat hij gelijk na de landing weer af moet zetten. Naast deze balk worden alvast twee staanders geplaatst en verderop steeds met een tussenafstand van 3 meter nog een aantal staanders.

Gaat het paard hier makkelijk en ontspannen overheen, dan kan van de op de grond liggende balk een recht sprongetje gemaakt worden dat net iets hoger is dan het middelpunt van het eerste kruisje. Indien het paard nog wat onzeker en slingerend is, kun je de tweede hindernis aan laten leunen met een paar balken op de volgende manier:

Zo kun je steeds een element toevoegen aan het lijntje, waarbij steeds een kruisje en een rechte hindernis afgewisseld worden. Je kunt talloze variaties maken, en je kunt ook in-uitjes combineren met een lijntje op een of meer galopsprongen. Alle hierboven vermelde afstanden zijn een algemene richtlijn voor een gemiddeld paard onder normale omstandigheden. Belangrijk is om je hier niet op blind te staren, maar zo nodig de afstanden enigszins aan te laten passen door je instructeur. Dit laatste is zeker het geval bij pony’s.

Hoeveel sprongen?
Naarmate jullie meer ervaring krijgen, kun je meer hindernissen toevoegen en kunnen wel zeven tot acht in-uitjes achter elkaar gesprongen worden. In het begin en bij onervaren paarden kun je je beter beperken tot drie of vier in-uitjes omdat het anders voor je paard optisch te onoverzichtelijk wordt en verwarrend kan werken.

Kruisjes en rechte sprongen
De afwisseling tussen kruisjes en rechte sprongen is er om de volgende reden: op de kruisjes kunnen de paarden makkelijker op het midden gehouden worden, terwijl de afwisseling met rechte sprongetjes meer perspectief in het lijntje brengt en de paarden attenter maakt.

Grondbalk?
Het is niet nodig om voor de kruisjes een grondbalk te leggen maar het verdient aanbeveling voor onervaren paarden dit voor de rechte sprongetjes wel te doen. Omdat de paarden dan wat makkelijker kunnen taxeren. Voor ervaren paarden kun je de grondlijn weglaten om ze attenter te houden.

Draf of galop?
Als je begint met het springen van in-uitjes is het verstandig om vanuit draf in te komen. Dit om er zeker van te zijn dat het tempo onder controle is en je paard op de eerste hindernis op de juiste plaats van afzet wordt gebracht.

Heb je nog vragen over het rijden van in-uitjes? Vraag je instructeur om je te helpen.

Eerder verschenen in de reeks 'Leren Paardrijden - Springen' de volgende artikelen:

Verlichte zit
Lijnen en hindernissen
Losrijden
Fasen van een sprong
Grondtempo, controle en ritme bij het springen
Parcoursverkennen en rijden
Springtermen
Springtechniek van het paard
Combinaties en lijntjes
Afstanden tussen de hindernissen
De galop van een springpaard
Springtermen deel 2
Springoefeningen
Weigeren en stoppen
Passend naar de sprong rijden

Meer weten?
De informatie uit bovenstaand artikel vind je in de boeken brons en zilver van onze ruiteropleiding ‘Leer paardrijden met Plezier’. Je kunt deze boeken sinds kort bestellen in onze webshop. De boeken kosten €27,50 per stuk, maar ben je lid van de KNHS dan betaal je maar €15,95.

De KNHS Ruiteropleiding bestaat uit drie fasen (brons, zilver en goud) en leidt op van eerste paardrijles tot en met het hoogst haalbare niveau. De ruiteropleiding wordt aangeboden op FNRS-maneges. De dichtstbijzijnde manege bij jou in de buurt vind je hier. Heb je een eigen paard vraag dan je instructeur om je te helpen de theorie om te zetten in de praktijk.