Wel of geen deken?! *Video*

Net als mensen hebben paarden een 'thermoneutrale zone' (TNZ)* - een optimaal bereik van temperaturen waarbinnen ze hun eigen lichaam comfortabel kunnen houden. Bij mensen ligt de thermoneutrale zone tussen de 25°C en 30°C, maar bij paarden tussen de 5°C en 25°C. Dit betekent dat wanneer mensen het koud hebben, paarden nog steeds goed in hun comfortabele zone zitten.  Dit is dus iets om rekening mee te houden wanneer je een paard een deken op gaat doen.

*Bron: To Rug or not Rug; International society for Equitation Science

Gebruik je toch een deken? In deze video leggen wij je uit hoe je een deken op een juiste en veilige manier op moet doen.

Bij het opdoen van de deken is het verstandig om eerst te checken of je paard veilig vast staat. Meer over het veilig vastzetten van je paard vind je in onze video ‘’Hoe zet je een paard veilig vast’’.

Ook is het van belang om te weten of het paard een deken gewend is. Als je eerst kijkt hoe de deken in elkaar zit en wat de voor- en de achterkant is, scheelt dat gepruts als de deken er eenmaal op ligt. De voorkant van de deken herken je snel aan de borstsluitingen en vaak zit hier ook klitteband. Sommige dekens hebben aan de voorkant een extra beschermstukje tegen het schuren op de schoft. De achterkant van de deken heeft vaak een staartkoord en/of een bilflap.

Natuurlijk zijn er ontzettend veel verschillende soorten dekens en hebben sommige ook een andere sluiting. Dit is een veelvoorkomende deken, met twee sluitingen op de borst en singels onder de buik. Ik ga je nu laten zien hoe je deze op de juiste manier omdoet.

De deken opdoen:

• Gooi de deken nooit op maar leg het rustig op de rug. Als je de deken ‘opzaait’ heb je de kans dat het paard schrikt of dat een van de metalen onderdelen het paard bezeren.
• Let er altijd op dat je de deken iets verder naar voor opdoet en het vervolgens naar achteren schuift. Op deze manier schuift de dekens met de haren mee naar achteren en kun je irritatie door verkeerd liggende haren voorkomen.
• Begin altijd met het vastmaken van de deken aan de voorkant. Als het paard bijvoorbeeld schrikt, loskomt en gaat rennen kan de deken niet afschuiven en hem verstrikken.
• Bij de buiksingels moet er een handbreedte tussen de buik en de singel passen. Op deze manier zitten de singels los genoeg om fijn te kunnen bewegen, maar kan het paard niet met zijn benen vast komen te zitten als hij bijvoorbeeld gaat rollen of krabben. Bij een deken met 3 singels maak je eerst de middelste singel vast en daarover heen gekruist de andere twee.
• Als er een staartkoord aan de deken zit moet de staart hier overheen worden gehaald. Hierdoor wordt voorkomen dat de deken bij harde wind naar voor klapt of scheef schuift.

Bron: KNHS, overname tekst- en beeldmateriaal niet toegestaan

Foto: Arnd Bronkhorst