Het paard beschikt over een ingewikkeld maag-darmstelsel dat op verschillende punten sterk verschilt van de mens. Hoe het voer dat een paard binnen krijgt uiteindelijk gevormd wordt tot de karakteristieke mestballen lees je in dit artikel.
Het maag-darmstelsel van een paard is erop gebouwd dat er constant kleine hoeveelheden worden gegeten. Er wordt dan ook constant maagzuur aangemaakt. Dit in tegenstelling tot hoe dit bij de mens werkt, waarbij alleen maagzuur aangemaakt wordt tijdens het eten.
Zie het voor je: je paard neemt een lekkere hap en dan… dan wordt het voedsel in de mond door de kiezen fijngemalen en vermengd met speeksel. Speeksel neutraliseert het maagzuur en paarden produceren alleen speeksel door te kauwen. Daarom is een rantsoen met veel ruwvoer zoals hooi, stro en gras waarop het paard langdurig moet kauwen, zo belangrijk voor het paard. De lange tong stuurt het voedsel naar achteren. Daarna slikt het paard de voedselbrij door. In de keelholte bevindt zich een belangrijke kruising. Lucht uit de neus mag alleen de luchtpijp in en voer uit de mond mag alleen de slokdarm in. Het strottenklepje, achter in de keelholte, zorgt ervoor dat het voer in de juiste richting wordt getransporteerd. Met zogenaamde peristaltische bewegingen wordt het voer dan door de slokdarm in de maag gebracht.
De maag van het paard is relatief klein. Het heeft een inhoud van vijf tot vijftien liter en is daarmee net zo groot als de maag van een Deense Dog. De ingang van de paardenmaag is sterk gebogen. Deze bocht heeft de werking van een terugslagventiel. Hierdoor kan een paard niet overgeven. Het voedsel kan de maag alleen verlaten in de richting van de dunne darm.
Afhankelijk van de snelheid waarmee de dunne darm het voedsel kan verwerken, sturen hormonen de maagactiviteit. In de dunne darm vindt niet alleen vochtopname plaats, maar worden ook verteringssappen toegevoegd, onder andere afkomstig van de alvleesklier. Deze verteringssappen zorgen voor de verdere afbraak van eiwitten, vetten en koolhydraten. In het eerste deel van de dunne darm, de twaalfvingerige darm, komt ook de gal uit de galgangen van de lever terecht. Deze gal is specifiek gericht op de vertering van de verschillende vetten. Het paard heeft geen galblaas.
Na de passage door de vijfentwintig meter lange dunne darm belandt het voedsel in de dikke darm. Deze bestaat uit de blinde darm en de karteldarm. In dit gedeelte vindt voornamelijk de vergisting van plantendelen plaats en worden vitaminen opgenomen. De blinde darm is een soort zak van ongeveer één meter lang en heeft een inhoud van vijfendertig liter. Darmgeluiden uit de blinde darm zijn bij de rechter flank van het paard te horen. Het volgende darmgedeelte is de karteldarm. Geluiden uit deze darm hoor je aan de linkerkant van het paard. Dit gedeelte is zes tot acht meter lang en heeft een inhoud van ongeveer tachtig liter. Tenslotte worden in de endeldarm de karakteristieke mestballen gevormd. Aan jou de eer die hap op te ruimen.
Geel = slokdarm
Oranje = maag
Rood = dunne darm
Blauw = grote karteldarm
Paars = blinde darm
Groen = endeldarm en rectum
Deze informatie is afkomstig uit het boek Paard&Welzijn. Dit boek boordevol praktische tips en informatie over paardenwelzijn vind je in de webshop van de KNHS.
Overname tekst en beeldmateriaal niet toegestaan.
Categorie: maag-darmstelsel, maag, darmen, paardenwelzijn, vertering