Het paard heeft ongeveer 700 (skelet)spieren; dit is zo’n 40-50% van zijn totale lichaamsgewicht! Deze skelet/lichaamsspieren van het paard zijn van groot belang. Deze zorgen er namelijk voor dat het paard zichzelf kan voortbewegen. Dit is niet alleen erg belangrijk voor het paard, maar in zekere zin ook voor ons. Wij willen graag dat ons paard/onze paarden goed presteren, en dit kan alleen als de spieren in goede conditie zijn en goed functioneren.
Er zijn drie soorten spieren te vinden bij het paard:
Elke spier is opgebouwd uit heel veel kleinere spierbundeltjes, en deze spierbundeltjes zijn weer opbouwd uit honderden spiervezels. Een enkele spier kan dus bestaan uit 1 miljoen spiervezels! Deze spiervezels zijn weer opgebouwd uit eiwitten. Eiwitten worden gevonden in alle levende cellen en zijn daarom een belangrijke component om rekening mee te houden in het voedingspatroon.
Opbouw van een spier
Eiwitten hebben veel verschillende functies in het lichaam, het zijn namelijk de bouwstenen van het lichaam. Daarmee zorgen ze voor structuur in bijvoorbeeld haren, huid, nagels, pezen en ligamenten. En dus ook voor de opbouw van spiermassa. Omdat eiwitten zo een belangrijke rol spelen in het lichaam, betekent dit dat er altijd een behoefte is voor eiwit in het dieet en niet alleen tijdens periodes van groei/lactatie. Het lichaam is altijd bezig met het vernieuwen van cellen voor bijvoorbeeld de huid/haar/spieren en daarom is het ook voor een volwassen paard belangrijk om voldoende eiwitten binnen te krijgen: dit wordt de onderhoudsbehoefte genoemd.
Eiwitten worden gemaakt van een groep van 20 aminozuren, waarvan er ongeveer 10 essentieel zijn voor dieren. Dit verschilt echter per diersoort, in het geval van het paard betekent dit dat er 9 essentiële aminozuren zijn. Het lichaam kan verschillende aminozuren zelf maken, mits er voldoende bouwstenen worden gevonden bij de koolhydraten en vetten, en mits er maar voldoende stikstof wordt aangevoerd in het voedsel. Aminozuren kunnen essentieel en niet-essentieel zijn: essentiële aminozuren kunnen niet door het lichaam zelf worden aangemaakt en moeten daarom door middel van voeding aan het lichaam geleverd worden, niet-essentiële aminozuren aan de andere kant kunnen door het lichaam zelf gemaakt worden en hoeven daarom niet perse in de voeding aanwezig te zijn. Het aminozuur bestaat uit een bepaalde compositie van koolstof, waterstof en zuurstofatomen, maar daar zijn stikstofatomen aan toegevoegd. Wanneer aminozuren aan elkaar worden gekoppeld ontstaat er een eiwit. Op deze manier kan er een onbeperkt aantal eiwitten gevormd worden in het lichaam.
De 9 essentiёle amino zuren zijn: histidine, isoleucine, leucine, lysine, methionine, phenylalanine, threonine, tryptofaan, valine. In sommige gevallen wordt arganine ook gezien als een essentieel aminozuur. Bij dieren die in de groei zijn, kan het lichaam soms niet voldoende aanmaken en dan is het noodzakelijk dat arginine voldoende aanwezig is in het rantsoen. In dit geval zijn er dan 10 essentiële aminozuren.
Lysine is het eerst limiterende aminozuur. Dit betekent dat de hoeveelheid lysine in de voeding bepaalt hoeveel aminozuren er daadwerkelijk gebruikt worden. Op het moment dat je bijv. voeding geeft wat heel hoog in eiwitten en aminozuren zit, maar laag in lysine, zullen deze aminozuren toch niet voldoende opgenomen en gebruikt kunnen worden, omdat lysine limiterend is. In de meeste ruwvoer en bix/muesli’s wordt lysine als eerst limiterend gezien, en threonine als tweede. In legumes (lucerne, soja) wordt methionine vaak als eerst limiterend gezien.
Welke paarden hebben baat bij extra amino zuren:
Spieren hebben tijd nodig om zich te ontwikkelen en om te groeien. Om dit te kunnen hebben spieren de juiste bouwstenen nodig: eiwitten en aminozuren!
Een paard zal toenemen in bespiering wanneer deze correct getraind wordt. Spieren zullen groeien wanneer de spiervezeltjes kapot gaan, en daarna weer kunnen herstellen. Dit herstellen is van groot belang; als een spier niet goed kan herstellen (bijv. niet genoeg nutriënten of te weinig rust) zullen de spiervezels niet gemaakt worden en dus ook niet groeien. Er kunnen alleen nieuwe spiervezeltjes aangemaakt worden als het paard voldoende nutriënten binnenkrijgt, met de juiste compositie. Een paard wat bijvoorbeeld niet voldoende eten krijgt, zal daarom ook niet aankomen in spiermassa, maar juist zijn spiermassa gaan gebruiken om het lichaam te laten functioneren.
Bron: Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Boehringer Ingelheim, Partner van de KNHS op het gebied van paardenwelzijn.
- - - ADVERTORIAL - - - ADVERTORIAL - - - ADVERTORIAL - - -
Spirulina is een blauw/groene zoetwater alg die ook anti-allergische eigenschappen heeft op grond van in vitro en in vivo experiment (Kellon, 2006). Spirulina wordt gezien als een product wat erg veilig is voor gebruik.
Een voordeel van het voeren van zoetwater algen, zoals Spirulina platensis, is dat deze erg hoog in eiwitten zitten. Nu weten we inmiddels dat eiwitten de bouwstenen zijn van het lichaam, maar dat ook de compositie van aminozuren een grote rol spelen.
Spirulina bestaat voor 46-63 % uit eiwitten, 8-14% uit koolhydraten en 4-9 % uit vetten (% van dagelijkse behoefte) (Becker, 2007). Dit betekent dat het voeren van Spirulina goed is voor spieropbouw, zonder dat dit meteen zorgt voor extra gewicht, omdat het aandeel in vetten en koolhydraten laag is.
Nu is het niet alleen belangrijk dat er voldoende eiwitten in het dieet zitten, maar ook het aandeel van aminozuren is belangrijk. Op het moment dat er veel eiwitten gevoerd worden, maar de compositie van aminozuren is niet ideaal, kan het zijn dat het lichaam de eiwitten niet goed kan omzetten in spiermassa. Onderzoek heeft aangetoond dat vertakte aminozuren goed worden gebruikt door het lichaam voor energie in de spieren. Dit zorgt er voor dat wanneer deze aminozuren in de voeding aanwezig zijn dit een positief effect heeft op sport prestaties (Lal & Chugh, 1995). Er zijn drie vertakte aminozuren:
- Leucine
- Isoleucine
- Valine
De zoetwater alg Spirulina platensis bevat, in verglijking met andere eiwitbronnen zoals lucerne of soyabonen, een hoger aandeel van deze vertakte aminozuren. Dit betekent dat Spirulina niet alleen een goede bron is van eiwitten, maar ook van de juiste aminozuren. En dit verbetert weer de sportprestaties (meer spieropbouw, betere energie synthese in de spieren, minder vermoeidheid).
Spirulina bevat 6.7 g/100g protein Isoleucine, 9.8 g/100g protein Leucine en 7.1 g/100g protein Valines in vergelijking met 5.3 Ile;7.7 Leu en 5.3 Val in sojabonen.