Terug in het zadel 'Wedstrijden rijden motiveert me'

Ooit begon ze fanatiek met de paardensport en wedstrijden. Maar dan moet er worden gestudeerd, komt er een gezin met kinderen en wordt de witte rijbroek aan de wilgen gehangen. Toch kruipt het bloed waar het niet kan gaan… Nanda Smits heeft na jaren weer een startpas en vertelt. 

‘Wedstrijden rijden motiveert me’

‘Je kunt mij wel als het prototype paardenmeisje omschrijven,’ zegt Nanda Smits (55). Als tienjarige verhuisde ze met haar ouders van een flat in Utrecht naar het platteland bij Tolbert. Ze ontdekte een manege op vijf minuten fietsen en was daar al snel niet weg te slaan. Van lessen kwam een verzorgpony en op haar veertiende de eigen pony Rubai. Wedstrijden waren er maar weinig. Een stuk of tien per seizoen, herinnert Nanda zich. ‘Maar daar leefde ik enorm naartoe. Een week van tevoren legde ik alles klaar, inclusief de sweater die we droegen. Je had van die draadsingels die je moest uitkoken. Ik was er zo druk mee. Mijn ouders gingen eigenlijk nooit mee en dat hoefde ook niet van mij. We gingen de hele dag met de club op pad. Eerst reed je dressuur en dan nog springen. Daar was ik beter in. Ik had niet zo veel geduld voor dressuur. Dat is nog steeds zo. Mijn pony kon ook goed springen. We waren zelfs Z. Ik ben nog vierde met hem geworden op de Groningse kampioenschappen. Ik was wel ambitieus, maar nooit zo fanatiek dat ik er chagrijnig van werd als het niet lukte. Het ging me echt om meedoen en plezier hebben.’

Haar ouders hadden vooraf laten weten dat op haar achttiende de pony zou worden verkocht. Aan een paard begonnen ze niet, want daar was geen geld voor. ‘Niet leuk, maar ik wist het vooraf, dus dat was duidelijk.’ Nanda voltooide de studie Verpleegkunde, trouwde en kreeg kinderen. De behoefte om paard te rijden verdween naar de achtergrond.

Erfelijk belast

Het paardenvirus blijkt echter erfelijk. Toen de jongste dochter Tamara de teugels opnam, begon het bij Nanda weer te kriebelen. Ze haalde haar rijbroek tevoorschijn en deelde enige tijd een pony met haar dochter. ‘Ik begeleidde mijn dochter naar wedstrijden, want ik gunde haar ook zo’n leuke ponytijd. Daarnaast had ik niet de puf om zelf te starten of daarvoor te trainen. Dan was ik helemaal nooit meer thuis.’

Nanda greep haar kans echter toen haar dochter zich op een studie richtte. De schimmelmerrie Disaronno (v. Democraat) werd aangeschaft en er kwam een startpas. Ze heeft inmiddels een winstpunt in de B-dressuur en al een paar BB-parcoursen gesprongen, want daar ligt toch haar hart. Op wedstrijdgebied is veel veranderd, vindt ze. Ze noemt haar eigen ambities op wedstrijdgebied realistisch. ‘Je balans is anders dan als twintigjarige en er is veel concurrentie, ook qua paarden. Ik kijk gewoon wat haalbaar is en wat ik kan leren om nog verder te komen. Het gewone springen wordt me te hoog. Dat laat ik aan de jeugd over, maar bij de veteranen wil ik graag goed voor de dag komen. Voor de dressuur denk ik aan L en droom ik soms over M… Ik vind wedstrijd rijden een prachtige stok achter de deur. Het motiveert me om meer uit trainingen te halen. Het geeft me plezier en energie, dus ik ga zo lang mogelijk door.’

Disclaimer: Voor dit nieuwsbericht is een Paard&Sport artikel gebruikt uit 2019.