Mennen Artikel 400 - Algemene bepalingen

 

  1. Dit reglement dient in samenhang met het Algemeen Wedstrijdreglement te worden gelezen; bij eventuele strijdigheid prevaleren de bepalingen in dit reglement. 
  2. Wanneer in dit reglement gesproken wordt over paard wordt ook pony bedoeld, tenzij deze expliciet apart genoemd worden. 
  3. Wanneer in dit reglement gesproken wordt over hij wordt hij/zij bedoeld. 
  4. Wanneer in dit reglement gesproken wordt over het gebruik van ‘de bel’ door de jury kan ook een ander (geluid)signaal gebruikt worden. 
  5. De deelnemer is vrij in de manier en stijl van rijden. 
  6. Voor deelname aan KNHS-wedstrijden is lidmaatschap van de KNHS verplicht. Tevens moet elke deelnemer voor ieder spansoort waarmee hij uitkomt een geldige startpas hebben m.u.v. de hobby- en jeugdrubrieken (BB) en minimarathonrubrieken wanneer dit geen rubriek(en) voor uitsluitend startpashouders betreft. 
  7. Een jurylid kan een deelnemer uitsluiten wanneer hij denkt dat de deelnemer niet meer in staat is om de proef op veilige, diervriendelijke of reglementaire wijze voort te zetten. 
  8. Een jurylid moet een deelnemer uitsluiten wanneer één van zijn paarden kreupel is. 
  9. Een deelnemer die om welke reden ook niet verder wenst deel te nemen, kan in elke proef besluiten deze vrijwillig te beëindigen. Een deelnemer die de proef vrijwillig beëindigt, kan opnieuw deelnemen aan een andere proef. Indien  deze beëindiging op veterinaire gronden was, kan alleen worden deelgenomen indien het betreffende paard  vervangen wordt door het ingeschreven reservepaard. 
  10. Het voor elke rubriek vereiste aantal paarden moet aangespannen blijven tijdens elke proef. Deelnemers kunnen geen paarden terugtrekken uit de proef en verder deelnemen met een kleiner aantal dan voorzien in hun rubriek. Overtreding van deze bepaling heeft uitsluiting tot gevolg. 
  11. Tijdens een dressuurwedstrijddag en tijdens een vaardigheidswedstrijddag mag een paard, al dan niet met dezelfde deelnemer maximaal 4 keer worden gestart met de volgende beperkingen; een combinatie mag maximaal 2 keer starten (exclusief finale, kür op muziek of barrage). 
  12. Het is een wedstrijdorganisatie van een samengestelde wedstrijd toegestaan om een deelnemer met maximaal 2 verschillende aanspanningen te laten deelnemen. Wel moet hier met het opmaken van de startlijst rekening mee gehouden worden. Tijdens het KNHS-kampioenschap is dit niet toegestaan. 
  13. Tijdens een wedstrijddag van een minimarathon mag een paard tweemaal worden uitgebracht (indien van toepassing tweemaal 2 manches) in verschillende spansoorten of door een andere deelnemer. Een paard mag maximaal 1 finale lopen. 
  14. Iedere nieuwe combinatie wordt op basis van de inschalingtabellen in de juiste klasse ingeschaald (zie bijlage 3). Deelnemers die via de FNRS willen instromen in de KNHS-wedstrijdsport mennen dressuur klasse L+0, mogen dit 
  15. Het omslaan van het rijtuig heeft in alle wedstrijdonderdelen uitsluiting tot gevolg. Het desbetreffende wedstrijdonderdeel mag niet vervolgd worden. Bij een minimarathon mag ook geen tweede ronde/finale worden gereden.