Springen Artikel 214 - Gesloten, gedeeltelijk gesloten en open combinaties

  1. Een combinatie wordt als geheel gesloten beschouwd als de zijkanten ervan slechts door een sprong kunnen worden overwonnen. 
  2. Een gesloten hindernis kan de vorm hebben van een in-en-uit, een schaapskooi (vierkant of zeshoekig) of een andere vergelijkbare hindernis die naar het oordeel van de jury als een gesloten hindernis moet worden beschouwd. Een combinatie wordt als gedeeltelijk gesloten en gedeeltelijk open beschouwd als een gedeelte van de hindernis open is en het andere gedeelte gesloten. Bij een weigering of uitbreken is het volgende van toepassing:
    a. als de ongehoorzaamheid heeft plaatsgevonden in het gesloten gedeelte, moet de deelnemer verder springen in de richting van het parcours;
    b. als de ongehoorzaamheid in het open gedeelte heeft plaatsgevonden, moet de deelnemer de gehele hindernis opnieuw springen. Indien dit niet gebeurt, wordt de deelnemer uitgesloten.
    Bij een ongehoorzaamheid, gecombineerd door het omverwerpen en/of verplaatsen van de hindernis, dient een tijdcorrectie van 6 seconden te worden toegepast. Indien de deelnemer zich binnen het gesloten gedeelte bevindt en er vindt een weigering plaats, dan moet de deelnemer uit de hindernis springen in de richting van het parcours. De 6 seconden tijdcorrectie wordt bij de tijd opgeteld als de deelnemer opnieuw is gestart en zijn parcours vervolgd. 
  3. Voor het begin van de rubriek moet de jury beslissen of een hindernis als open of als gesloten dient te worden beschouwd. Dit moet op de parcoursschets worden aangegeven. 
  4. Indien op de parcoursschets niet wordt aangegeven dat een combinatie gesloten of gedeeltelijk gesloten is, dan dient deze hindernis als open te worden beschouwd en als zodanig te worden gejureerd.