Springen Artikel 218 - Rechte en Breedtehindernissen

  1. Wanneer een hindernis of een gedeelte van een hindernis is samengesteld uit twee of meer boven elkaar gelegen delen die zich in hetzelfde verticale vlak bevinden (rechte hindernis of steilsprong), wordt uitsluitend het vallen van het bovenste onderdeel bestraft. 
  2. Wanneer een hindernis, die in één keer moet worden gesprongen, is samengesteld uit onderdelen die zich niet in hetzelfde verticale vlak bevinden (breedtehindernis), wordt het vallen van één of meer bovenste delen van de hindernis als één fout aangerekend, ongeacht het aantal en de plaats van de gevallen onderdelen. Het omverwerpen van heggen, boompjes en dergelijke die als opvulling of versiering dienen, wordt niet bestraft.