Springen Artikel 223 - Verzet

  1.  Er is sprake van verzet wanneer het paard weigert om voorwaarts te gaan, om welke reden dan ook stilstaat anders dan omschreven in art. 221 lid 1, één of meer al dan niet regelmatige of volledige keertwendingen maakt, steigert of om welke reden dan ook achterwaarts gaat. 
  2. Er is eveneens sprake van verzet wanneer de deelnemer zijn paard stil laat staan, op welk moment of om welke reden tijdens het parcours dan ook, behalve in het geval van een niet goed herstelde hindernis of om onvoorziene omstandigheden voor zover door de deelnemer aan de jury aan te geven (art. 233). 
  3. Verzet wordt op dezelfde wijze als een ongehoorzaamheid bestraft, behalve in de omstandigheden als genoemd in art. 240.