Springen Artikel 241 - Diskwalificatie

Diskwalificatie van de deelnemer betekent dan deze niet (verder) mag deelnemen aan enig onderdeel/rubriek/proef van de wedstrijd, met welk paard dan ook. 
De jury kan een deelnemer in de volgende omstandigheden diskwalificeren: 

  1. Indien hij na het begin van de rubriek te voet de ring betreedt. 
  2. Het oefenen van paarden in de ring of daar zonder toestemming van de jury een hindernis springen of trachten te springen (art. 202). 
  3. Het springen of trachten te springen van een hindernis die deel uitmaakt van een volgende rubriek. 
  4. Het springen of trachten te springen van een hindernis in de ring voor het begin van het parcours. 
  5. Barreren, overmatig zweepgebruik of andere vormen van misbruik van het paard (art. 243). 
  6. Het gedurende de wedstrijd oefenen van paarden over andere hindernissen dan door de organisatie beschikbaar gesteld (art. 244). 
  7. Het in de verkeerde richting springen van de hindernissen op het losrijterrein (art. 244). 
  8. Het gebruik van een zweep van meer dan 75 cm lengte, bovenhands gebruiken van een zweep, het gebruik van met een zweep met een verzwaard uiteinde of omgedraaid gebruiken in de ring, het losrijterrein of elders in de onmiddellijke omgeving van het wedstrijdterrein. Een zweep mag ook niet door iets anders worden vervangen. Voor uitzonderingen op deze regel zie art. 257. 
  9. In alle gevallen van wreedheid en/of slechte behandeling van paarden, indien geconstateerd door een lid van de jury, een lid van de jury van beroep, de Federatievertegenwoordiger of door de toezichthouder bij het losrijterrein. 
  10. In alle gevallen, genoemd in het veterinaire reglement.