Springen Artikel 248 - Individuele rangschikking, inschrijfgeld en prijsuitreiking

  1. De individuele rangschikking wordt bepaald conform de tabel die van toepassing is, de voorwaarden vermeld in het vraagprogramma voor de rubriek of de wijzigingen die op de parcoursschets zijn vermeld. 
  2. Iedere deelnemer die geen kans meer heeft om een prijs te winnen kan, ter beoordeling van de jury, tijdens zijn parcours worden verzocht dit te beëindigen. 
  3. De deelnemers, die het eerste parcours van een wedstrijd niet kunnen uitrijden, hebben geen recht op een prijs met uitzondering van bepaalde bijzondere wedstrijden. 
  4. Een prijswinnaar moet bij de prijsuitreiking aanwezig zijn met het paard (één van de paarden) waarmee ze zijn geplaatst in de desbetreffende rubriek. Om veiligheidsredenen kunnen hierop door de jury uitzonderingen worden gemaakt. Indien een prijswinnaar zonder geldige reden niet bij de prijsuitreiking aanwezig is, kan de jury naar eigen goeddunken beslissen om de prijs niet uit te keren. De organisatie moet daarom in het vraagprogramma en het programma vermelden hoeveel prijswinnaars bij de prijsuitreiking aanwezig dienen te zijn. Als dat aantal niet in het vraagprogramma of het programma wordt vermeld, moeten alle geplaatste deelnemers bij de prijsuitreiking aanwezig zijn.
  5. Per rubriek dient tenminste één prijs per vier gestarte deelnemers of een gedeelte daarvan te worden toegekend. 
  6.  Indien aan een rubriek meer dan 100 combinaties hebben deelgenomen dient per groep van 100 deelnemers of gedeelte daarvan een serie prijzen te worden uitgereikt. 
  7. Wedstrijdorganisaties van Nationale springwedstrijden mogen een totaal inschrijfgeld vragen per paard, wat een optelsom is van de totaal mogelijk te verrijden rubrieken. E.e.a. dient duidelijk te worden vermeld op het vraagprogramma.