Springen Artikel 256 - Kleding en groeten

 

  1. Kleding

    Tenzij het verenigingstenue wordt gedragen dienen deelnemers tijdens de proef en bij prijsuitreikingen te verschijnen in een rij-jas, type colbert met daaronder een overhemd, blouse of shirt welke lange of korte mouwen  moet hebben en een hoge boord of kol. Tevens is een witte, lichtbeige of lichtgrijze rijbroek verplicht met een paar rijlaarzen of jodphurlaarsjes in combinatie met gelijkkleurige, gladleren/gladde kunstleren chaps. De combinatie van beugel en rijlaars/ jodphurlaars dient zodanig te zijn dat in geval van nood de voet de beugel ongehinderd kan verlaten.

    a. Tijdens het verkennen van het parcours dient de kleding schoon en verzorgd te zijn en is de voorgeschreven wedstrijdkleding verplicht. Het is niet verplicht hierbij de rij-jas te dragen.
    b. Bij slecht weer is het dragen van een regenjas, regenkleding, speciale regenbroek of een windjack toegestaan. Het dragen van zomertenue is tijdens outdoorwedstrijden toegestaan. Dat betekent dat de rij-jas tijdens de proef mag worden uitgelaten. In plaats van de rij-jas mag dan ook met een gilet of bodywarmer worden gereden.
    c. Het dragen van een veiligheidshoofddeksel welke voldoet aan de laatste gepubliceerde veiligheidsnorm is verplicht voor iedereen die zich te paard op het wedstrijdterrein bevindt.
    d. Indien tijdens de wedstrijd een verenigingstenue wordt gedragen, mag dit afwijken van het gestelde in dit artikel. Het dragen van een veiligheidshoofddeksel zoals genoemd in dit artikel is echter verplicht.
    e. Militairen, politieambtenaren en dergelijke mogen een deelnemerstenue of een uniform dragen.
    f. Een deelnemer die zijn hoofddeksel verliest of waarvan het veiligheidssysteem los komt In de loop van zijn ronde moet dit herstellen en terug opzetten, of in het geval van een losgekomen veiligheidssysteem dit terug vastmaken. In dit geval wordt de deelnemer niet bestraft voor het halthouden om zijn hoofddeksel terug op te zetten en/of om het veiligheidssysteem terug vast te maken, maar de klok zal niet worden stopgezet.
    g. Het dragen van een bodyprotector of een opblaasbaar vest is toegestaan. 

  2. Groeten 
    a. Iedere deelnemer is verplicht de jury of, indien aanwezig en hun daarom is gevraagd, officiƫle personen te groeten. De jury kan een deelnemer die niet heeft gegroet de start weigeren.
    b. De deelnemers behoren te groeten bij parades, prijsuitreikingen en bij het spelen van nationale volksliederen.
    c. Deelnemers mogen hun hoofddeksel niet af nemen om te groeten. Het heffen van de zweep of knikken met het hoofd wordt als groeten beschouwd.