Springen Artikel 269 - Progressief Springparcours

Toegestaan voor alle klassen mits de hoogte van de hindernissen de hoogte van de klasse waarin de combinatie startgerechtigd is, niet met meer dan 10 cm overschrijdt. 

  1. Deze wedstrijd vindt plaats over 6, 8 of 10 hindernissen die steeds moeilijker worden. Combinaties zijn niet toegestaan. De toenemende moeilijkheid behoeft niet alleen het gevolg te zijn van de hoogte en breedte van de hindernissen, maar deze mag ook te maken hebben met de moeilijkheidsgraad van de lijn van het parcours. 
  2.  Bonuspunten worden als volgt toegekend: 1 punt voor hindernis 1, mits goed gesprongen, 2 punten voor hindernis 2, 3 punten voor hindernis 3, enz. met een totaal van 21, 36 of 55 punten. Geen punten worden toegekend voor een omvergeworpen hindernis. Andere fouten dan het omverwerpen van een hindernis worden bestraft volgends tabel A (art. 236). 
  3. Deze wedstrijd mag worden verreden, hetzij niet op tijd met een barrage, hetzij onmiddellijk op tijd. In geval van een barrage wordt deze verreden over minimaal 6 hindernissen, die mogen worden verhoogd en/of verbreed. De hindernissen van de barrage moeten in dezelfde volgorde als in de eerste ronde worden gesprongen en behouden ook hetzelfde aantal punten als in de eerste ronde. 
  4. Deelnemers, die zich niet voor de barrage hebben gekwalificeerd, worden geplaatst volgens het aantal punten, dat zij in de eerste ronde hebben behaald, ongeacht hun tijd. 
  5. Als laatste hindernis van het parcours kan een alternatieve hindernis worden gebouwd, waarbij één van de twee hindernissen als "Joker" mag worden aangeduid. Deze "Joker" moet moeilijker zijn dan het alternatief en levert, indien goed gesprongen, het dubbele aantal punten op. Wanneer de "Joker" wordt omvergeworpen, moeten deze punten worden afgetrokken van het aantal punten, dat de deelnemer tot op dat moment heeft behaald.