Peesblessures
Peesblessures komen regelmatig voor bij (sport)paarden en pony's. Een snelle diagnose kan de schade verminderen en, met de juiste behandeling, het herstel bevorderen. Dierenarts Patricia Janszen van Paardenkliniek de Raaphorst geeft antwoord op de meest gestelde vragen rondom peesblessures.
Patricia Janszen is in 2016 afgestudeerd als erkend paardenarts aan de Universiteit Utrecht. Tijdens haar studie heeft zij een speciale interesse ontwikkeld in de orthopedie en beeldvorming. Vanuit deze interesse heeft zij ook langere tijd stage gelopen bij orthopedische klinieken in Canada en de Verenigde Staten.
Om meer te begrijpen over peesblessures is het allereerst nodig enige kennis te hebben over het ontstaan hiervan. Peesblessures kunnen onder andere ontstaan als er meer rek gevraagd wordt van de peesbundels dan dat deze aan kunnen. Dit kan bijvoorbeeld bij een piekbelasting gebeuren, zoals bij een landing over een sprong. Meestal zien we echter dat peesblessures langzamer ontstaan als optelsom van herhaaldelijke kleine beschadigingen die samen een scheur vormen, bijvoorbeeld na intensief herhalen van specifieke bewegingen/oefeningen. Afhankelijk van het type werk dat een paard doet komen we bepaalde blessures vaker tegen.
Wat zijn risicofactoren voor een peesplessure?
Er zijn verschillende risicofactoren voor peesblessures waar we als ruiter of eigenaar invloed op kunnen hebben. Voorbeelden zijn overgewicht, een slechte conditie en beperkte spierkracht. Immers hoe zwaarder het paard, hoe hoger de belasting van de pezen. Hetzelfde geldt in het geval dat de spieren vermoeid raken, waarbij bovendien de beweging vaak minder goed gecoördineerd wordt met mispassen als gevolg. Ook herhaaldelijke of (herhaaldelijke) arbeid op een slechte bodem kan een risico vormen, een stevige licht verende bodem is optimaal. Ook uitwendig trauma of oververhitting (bijvoorbeeld bij gebruik van bandages tijdens intensieve arbeid) kunnen beschadigingen aan pezen veroorzaken. Tot slot beïnvloedt de beenstand de belasting van de pezen, hierdoor is het in sommige gevallen aangeraden een aangepast beslag te gebruiken en/of het interval van de smid te verkorten zodat de stand en belasting optimaal blijft.
Wat als een pees enkel dik of enkel warm is, wat moet je dan doen?
Dit gaat dus over paarden die niet kreupel zijn maar enkel een dikke of een warme pees hebben.
Soms zijn er tekenen van overbelasting van de pees (zoals zwelling en warmte) aanwezig zónder dat er daadwerkelijke schade is aan de peesbundels. Bovendien loopt niet elk paard met een peesblessure kreupel. Het voortzetten van de beweging kan op dat moment dus wél voor grotere schade zorgen. Als je paard een dikke of warme pees heeft is het dus altijd zinvol en belangrijk om op korte termijn contact op te nemen met je dierenarts en een echografische scan te laten maken!
Mag je na de revalidatie van een peesblessure alles weer doen?
Na een optimale revalidatie kan een herstelde pees de kwaliteit van het origineel benaderen. De “elasticiteit” van een pees is echter nooit helemaal 100%, wat betekent dat er in de toekomst een hogere kans blijft op overrekking en een nieuwe blessure. Of het paard weer alles kan doen is hierdoor onder andere afhankelijk van de ernst en de locatie van de blessure en het type werk dat het paard moet doen.