De onmisbare rol van de jury in een veranderende dressuursport

Op 31 december 2025 eindigt de huidige licentieperiode voor juryleden. Tijd om de balans op te maken. Wat heeft de invoering van de toezichthouder opgeleverd, hoe staat het met de inzetbaarheid van officials en wat mogen en kunnen we van hen verwachten? Cindy Heijligers, KNHS-disciplinespecialist dressuur, en Patrick Berends, voorzitter van het dressuurforum, beiden ervaren juryleden, vertellen er meer over.  

Om de kennis en kwaliteit van officials, waaronder dus onze dressuurjuryleden, te waarborgen, is er een licentiereglement opgesteld. Dit reglement is tot stand gekomen met input vanuit het dressuurforum dat vertegenwoordigd wordt door dressuurexperts uit de verschillende KNHS-regio's. Hierdoor blijft de sport aangesloten op de praktijk en alle ontwikkelingen, waar paardenwelzijn blijvend een prominente rol vervult. Het licentiereglement loopt over een periode van drie jaar waarin juryleden licentiepunten behalen voor hun inzet tijdens een wedstrijd en voor het volgen van bijscholingen. Zodra een official voldoende licentiepunten heeft behaald, wordt de officialkwalificatie voor de volgende licentieperiode van drie jaar verlengd. Op dit moment loopt de huidige periode ten einde en is er voor juryleden die dat willen nog gelegenheid om aan de gevraagde inzet te voldoen.   

Paardenwelzijn als rode draad 
Wat we kunnen en mogen verwachten van onze juryleden en wat de bijzondere facetten van het juryvak zijn, komt naar voren als we spreken met Cindy Heijligers en Patrick Berends. Allereerst kaarten zij de voorname en feitelijk onmisbare rol van de official aan bij het borgen van paardenwelzijn op wedstrijden. “Het welzijn van het paard moet altijd voorop staan,” benadrukt Berends. “Dat is van deze tijd en daar kunnen we als juryleden een belangrijke rol in spelen. Die rol beperkt zich niet tot het geven van cijfers in de ring. Het gaat ook om observeren, signaleren en soms ingrijpen wanneer dat nodig is. Heijligers: “Er wordt vaak veel nadruk gelegd op de negatieve verhalen, maar in de praktijk zien we juist een hele positieve ontwikkeling op dit vlak, dankzij de inzet van ruiters en juryleden. Zij zien het belang ervan in en hebben een intrinsieke motivatie om het goed te doen voor onze paarden. Het is belangrijk dat ook dat positieve geluid gehoord wordt.” 

De toezichthouder op het voorterrein 
Een van de meest besproken ontwikkelingen van de afgelopen jaren in deze context is de invoering van de toezichthouder op het voorterrein. In 2018 startte een pilot waarbij juryleden ook buiten de ring toezicht hielden. Inmiddels is de rol van toezichthouder structureel onderdeel van het juryvak en is dit ook als vast onderdeel opgenomen in de juryopleidingen. “Het begon met signalen uit het veld,” vertelt Heijligers. “Niet alleen in de ring, maar ook op het losrijterrein moest meer aandacht komen voor het bewaken van het welzijn. Daar gebeurt immers veel dat bepalend is voor hoe een paard straks de ring binnenkomt. Als we dergelijke signalen krijgen, is het onze taak om daar daadwerkelijk wat mee te doen.” 

De invoering van het toezichthouden door juryleden bracht vervolgens wel enige weerstand met zich mee, maar dat gegeven an sich is niet vreemd wanneer veranderingen plaatsvinden. Inmiddels is er meer acceptatie en komen er juist mooie ervaringen uit deze ontwikkeling voort. “Juryleden vertellen dat ze op het voorterrein op een hele andere manier in contact komen met ruiters,” geeft Heijligers als voorbeeld aan. “Normaal zit je in het juryhokje en zie je mensen pas na afloop. Als toezichthouder spreek je ze tijdens de voorbereiding en na afloop van de proef, en dat levert vaak goede gesprekken op die voor beiden leerzaam zijn en positief doorwerken richting het welzijn van het paard” 

Weerstand én draagvlak 
De introductie van het toezichthouden riep wel discussie op. Zo moesten juryleden tijdens de afgelopen licentieperiode van drie jaar gemiddeld zes keer een dagdeel toezicht houden. Hoewel het slechts om twee dagdelen per jaar gaat, was het wel degelijk wennen voor veel juryleden. “Natuurlijk zijn er mensen die het lastig vinden,” zegt Heijligers. “Maar de ervaring leert dat naarmate het toezichthouden meer ingeburgerd raakt, het draagvlak groeit onder zowel ruiters als juryleden.” Berends herkent dat. “Als ik juryleden uitleg waarom dit nodig is, wordt er vaak begripvol gereageerd. Het is geen pesterij, het gaat om het waarborgen van de sport. We willen toch met zijn allen dat er over tien jaar nog gewoon wedstrijden verreden kunnen worden?” 

Inzetbaarheid en competentie 
Naast welzijn is ook inzetbaarheid een terugkerend thema. Nederland telt veel officials, maar niet iedereen is even actief. “Sommige juryleden zitten heel veel aan de ring, anderen eigenlijk te weinig,” zegt Berends. “Om routine te behouden, moet je meters maken. Je leert pas goed jureren door veel te doen en in uiteenlopende situaties terecht te komen.” Volgens de voorzitter van het dressuurforum zou een minimum van tien keer per jaar ideaal zijn. “Dat is nog niet eens één keer per maand, maar wel genoeg om feeling te houden. Vergelijk het met een arts: iemand die dagelijks opereert, ontwikkelt andere vaardigheden dan iemand die dat maar af en toe doet. Het mooie vind ik dat jureren bijna verslavend werkt. Hoe meer ervaring je hebt, hoe leuker het wordt. Je groeit, je kunt doorstromen naar een hoger niveau en je meet jezelf ook aan collega’s. Dat competitieve element maakt het uitdagend.” 
 
Samen vooruit 
Wat verder naar voren komt, is het optimisme waarmee beide juryleden, die zelf ook midden in de KNHS-organisatie staan, vooruitkijken. Ja, er zijn uitdagingen: voldoende inzetbaarheid, het behouden van juryleden, en kritische geluiden uit het veld. Maar de rode draad blijft de liefde voor het paard en voor de sport. “Het belangrijkste is dat we dit samen doen,” besluit Heijligers. “Juryleden, ruiters, overige officials: allemaal dragen we bij aan een eerlijk speelveld en het welzijn van de paarden. Hoewel de vergoeding bescheiden is, worden juryleden in eerste plaats gedreven door hun passie voor het paard en de sport. Dat mag best vaker benadrukt worden.” Berends onderstreept dit: “Precies. Uiteindelijk doen we dit omdat we allemaal willen dat de sport mooi, eerlijk en toekomstbestendig blijft.” 

 
Zelf een juryopleiding volgen?
 
Officials zijn onmisbaar in de paardensport. Voor elke wedstrijd zijn er officials nodig, zoals juryleden, parcoursbouwers, federatievertegenwoordigers en toezichthouders. Daarnaast zijn er nog talloze andere officialfuncties. Dankzij de inzet van deze officials kan de paardensport onder de juiste randvoorwaarden en dus op een veilige, eerlijke en daarmee prettige manier worden beoefend. 

Als sportbond verzorgen we opleidingen voor deze leuke en uitdagende vrijwilligersfuncties. Wil jij ook jouw steentje bijdragen aan onze prachtige paardensport? Hier vind je een overzicht van de beschikbare officialopleidingen die je kunt volgen.