Artikel 47 - Controle op wedstrijddocumenten

 

  1. Tijdens KNHS-wedstrijden kan worden gecontroleerd op de aanwezigheid van de benodigde wedstrijddocumenten met hierin de gevraagde gegevens volgens de onderstaande bepalingen. De deelnemer is hiervoor verantwoordelijk. 
  2.  De deelnemer dient tijdens een KNHS-wedstrijd op verzoek van een official het bij het paard behorende paardenpaspoort te tonen met daarin alle gegevens volgens regeling identificatie & registratie van dieren en de reglementaire bepalingen. 
  3. In het paardenpaspoort dient op de pagina “Influenza vaccinaties” een geldig overzicht te zijn geregistreerd van de verplicht gestelde vaccinaties tegen influenza en op de pagina “Overige
    vaccinaties” dienen alle overige aan het paard toegediende vaccinaties te worden vermeld.
    a. Voor paarden geboren voor 1 januari 2022, dient de basisvaccinatie tegen influenza te bestaan uit twee inentingen, die minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar moeten zijn toegediend. In de periode tussen deze twee vaccinaties mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht. Voor paarden geboren in het jaar 2022 of later dient de basisvaccinatie tegen influenza uit drie vaccinaties te bestaan: De tweede vaccinatie moet minimaal 21 en maximaal 92 dagen na de eerste zijn toegediend, gevolgd door een derde vaccinatie die minimaal 120 dagen en maximaal 7 maanden. In de periode tussen de eerste en de tweede vaccinatie mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht. In de periode tussen de tweede en de derde vaccinatie mag het paard op wedstrijd worden uitgebracht met inachtneming van lid 3c van dit. Alle basisvaccinaties die gegeven worden vanaf 1 april 2024 moeten uit 3 vaccinaties bestaan. De tweede basisvaccinatie moet minimaal 21 en maximaal 60 dagen na de eerste basisvaccinatie worden toegediend. De derde vaccinatie (1e booster) minimaal 120 dagen en maximaal 6 maanden en 21 dagen daarna. In de periode tussen de eerste en de tweede vaccinatie mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht. In de periode tussen de tweede en derde vaccinatie mag het paard wel op wedstrijd worden uitgebracht met inachtneming van lid 3c van dit reglement
    b. Vervolgens dient jaarlijks de vervolgenting te zijn gegeven (voorbeeld: wanneer een paard op 1 maart 2020 is geënt, dan dient de vervolgenting op uiterlijk 1 maart 2021 plaats te vinden).
    c. Een vaccinatie dient minimaal zeven dagen voor de (eerste) wedstrijd(dag) te zijn toegediend. Het is in deze zeven dagen niet toegestaan het betreffende paard uit te brengen op wedstrijden
    d. Vermeldingen van vaccinaties zijn uitsluitend geldig wanneer deze zijn voorzien van de sticker met het batchnummer van de entstof (of de vermelding van het serie/ batchnummer van de entstof ingeschreven door de dierenarts die de vaccinatie heeft toegediend), de datum van de enting en de handtekening en het (praktijk)stempel van de dierenarts, die de vaccinatie heeft toegediend.
    e. Wanneer de basisenting en de vervolgentingen voorheen in een afzonderlijk vaccinatieboekje zijn vastgelegd, dient de dierenarts de volgende tekst in het paardenpaspoort op te nemen: “the vaccination history of this horse/pony is correct. Last vaccination on: [datum]. Deze Engelse regel dient te zijn opgenomen in een FEI-paspoort. Voor paarden met een ander paspoort dan een FEIpaspoort, volstaat de regel in het Nederlands. Deze regel moet zijn afgetekend en afgestempeld door de dierenarts, ongeacht de taal waarin de regel is opgenomen. 
  4. Wanneer met een pony wordt deelgenomen aan KNHS-wedstrijden dient voorafgaand aan de wedstrijd in het paardenpaspoort van de pony een geldig overzicht van de meethistorie te zijn opgenomen, zoals omschreven in artikel 30 van dit reglement. 
  5. Deelnemers, die het benodigde paardenpaspoort niet op het eerste verzoek (dan wel uiterlijk voor het einde van de desbetreffende rubriek) aan de official overleggen, zijn in overtreding. De combinatie wordt gediskwalificeerd van (verdere) deelname aan de wedstrijd, of alsnog uit de uitslag verwijderd, hetgeen dient te wordt aangegeven op de uitslagenlijst. 
  6. Overtreding van de bepalingen van dit artikel wordt aangemerkt als administratief verzuim. Bij overtreding van de bepalingen in lid 3 (m.u.v. lid 3c) en 4 van dit artikel mag de combinatie op de betreffende wedstrijd wel starten, met dien verstande dat starten op een daaropvolgende wedstrijd pas weer is toegestaan nadat alsnog aan de administratieve eisen zoals bepaald in lid 3 en 4 is voldaan. Indien in het paardenpaspoort geen enkele influenzavaccinatie is opgenomen (het paard is nog nooit geënt) of als de laatste influenza vaccinatie langer dan 14 maand geleden is of niet is voldaan aan het gestelde in lid 3c, wordt de combinatie gediskwalificeerd van (verdere) deelname aan de wedstrijd, of alsnog uit de uitslag verwijderd, hetgeen dient te wordt aangegeven op het protocol en de uitslagenlijst. 
  7. Indien overtredingen van toepassing zijn op één of meer paarden van een deelnemer worden deze afzonderlijk bestraft. 
  8. De Federatievertegenwoordiger (al dan niet mede op verzoek van de jury) of de I&R-controleur vermeldt overtredingen van dit artikel in zijn rapport en registreert hierbij het chipnummer van het paard, combinatie of  spannummer en het persoonsnummer van de desbetreffende deelnemer. 
  9. Wanneer een official van mening is, dat een pony –ongeacht of aan het gestelde in artikel 47 lid 4 van dit reglement is voldaan en ongeacht de leeftijd van de pony– in een onjuiste categorie is ingedeeld en in die categorie wordt uitgebracht op wedstrijden, kan een op de wedstrijd in functie zijnde official de KNHS verzoeken om een hermeting. Dit gemotiveerde verzoek dient door tenminste twee op de desbetreffende wedstrijd in functie zijnde collega-officials te worden ondertekend onder vermelding van hun gegevens en functie. De Federatievertegenwoordiger controleert of de gegevens van de drie betrokken officials duidelijk zijn vermeld in zijn rapportage aan de KNHS. De deelnemer mag met de pony (verder) aan de desbetreffende wedstrijd deelnemen. De wijze waarop een hermeting dient te geschieden is vastgelegd in artikel 30 lid 10 van dit reglement. De hermeting dient binnen een termijn van één maand na het moment van de wedstrijd, naar aanleiding waarvan het hiervoor bedoelde verzoek om hermeting is gedaan, plaats te vinden. Heeft na de termijn van één maand de hermeting nog niet plaatsgevonden, dan mag vanaf dat moment met de betreffende pony door geen enkele deelnemer aan nationale dan wel internationale wedstrijden worden deelgenomen tot het moment waarop alsnog de bedoelde hermeting heeft plaatsgevonden. Indien de pony op grond van het resultaat van deze hermeting in een andere categorie wordt ingedeeld, dient de pony vanaf het moment van de hermeting in de nieuwe categorie te worden gestart. Hiermee komt artikel 30, lid 5 te vervallen. Overtreding van deze bepaling wordt gezien als administratief verzuim (onterechte deelname aan een wedstrijd). De KNHS kan de desbetreffende deelnemer een administratieve heffing opleggen conform de  wedstrijdtarievenlijst. In het geval de deelnemer niet de eigenaar is van de pony, dan heeft de deelnemer de plicht de eigenaar van de pony van het voorgaande in kennis te stellen. De wijze waarop een hermeting dient te geschieden is vastgelegd in artikel 30 lid 10 van dit reglement.