Mennen Artikel 438 - Harnachement en tuigage

 

  1. In alle proeven moet het tuig veilig, in goede staat, passend bij de aanspanning en schoon zijn. In proef B is een minder formeel tuig toegestaan, mits veilig, in goede staat, passend en schoon. 
  2. Paarden moeten correct aangespannen zijn voor het rijtuig. 
  3. KOPPELRIEMEN EN DISSELRIEMEN / KETTINGEN
    Koppelriemen tussen de garelen of de borsttuigen van de voorpaarden van een vierspan zijn toegestaan. De voorpaarden mogen op geen enkele andere wijze met elkaar verbonden zijn (met uitzondering van de leidsels). De achterpaarden van een vierspan en de paarden in een tweespan mogen uitsluitend middels disselriemen/kettingen aan de disselboom verbonden zijn. Een dwarsboom (T verbinding) op de disselboom is uitsluitend toegestaan, als desondanks de bewegingsvrijheid van de paarden niet wordt belemmerd. 
  4. HULPTEUGELS
    Hulpteugels, waaronder tevens wordt verstaan elk soort opzetteugels, zijn niet toegestaan. Overtreding heeft uitsluiting tot gevolg en in geval van wreedheid diskwalificatie. 
  5. STAART
    Het is verboden staarten van paarden aan rijtuigen of aan enig onderdeel van het tuig vast te maken. Het gebruik van een verlengde culeron is wel toegestaan. Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg.
  6. HEFBOMEN
    Alle ringen, sleutels en/of andere voorzieningen aan het tuig welke duidelijk een extra hefboomeffect op de leidsels of bit uitoefenen zijn verboden. Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg. 
  7. OPTOMING
    Bitloze optomingen zijn niet toegestaan. Bitloze optomingen in combinatie met bit zijn eveneens niet toegestaan. Overtreding heeft uitsluiting tot gevolg en in geval van wreedheid diskwalificatie.De bitten hoeven bij meerspannen niet gelijk te zijn.
  8. TONG
    Het is verboden de tong op enigerlei wijze vast te binden. Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg. 
  9. BEPERKT ZICHT
    Het bodemzicht van de achterpaarden mag niet belemmerd worden door enige voorziening tussen voor-  en achterpaarden. Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg. 
  10. VREEMDE MATERIALEN OF VOORZIENINGEN
    Het gebruik van producten of voorwerpen, aangebracht aan de strengen of disselboom, die een irritatie voor de paarden zou kunnen veroorzaken, is verboden. Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg. 
  11.  NEUSRIEM
    Iedere neusriem, toevoeging daaraan of aanvullende voorzieningen, die de vrije instroom van lucht in de neusgaten belemmert, of waarvan aannemelijk is dat deze voorzieningen belemmeren, zijn verboden. Een neusriem waarbij er minder ruimte is tussen neusriem en neusbot dan 1.5 cm (gemeten aan de bovenzijde midden op de neus wordt als wreedheid aangemerkt Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg. 
  12. OOGKLEPPEN
    Oogkleppen, met of zonder aanvullende voorzieningen, mogen de paarden het zicht naar voren niet belemmeren en niet dusdanig zijn bevestigd dat dit enige hoofdzenuwen afknelt en de ogen niet irriteren. Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg. 
  13. BANDAGES EN BEENBESCHERMERS
    Bandages, strijklappen of beenbeschermers zijn in proef A/dressuurwedstrijden niet toegestaan. Overtreding hiervan heeft 10 strafpunten tot gevolg. Bij het verlaten van de ring moeten de bandages, strijklappen of beenbeschermers worden afgedaan en de paarden worden gecontroleerd op wondjes/gebreken op de benen door één van de officials.  Het gebruik van bandages is tijdens KNHS-wedstrijden niet toegestaan ook niet bij het losrijden en/of prijsuitreiking.
  14. OORNETJE
    Het gebruik van een oornetje (vliegennetje) welke kleur dan ook is toegestaan, mits dit het orenspel en het zicht van het paard niet belemmert en het de ogen van het paard niet irriteert. Overtreding heeft diskwalificatie tot gevolg.