Mennen Artikel 455 - Tijden

1. TIJDTABEL
a. Door de wedstrijdorganisatie moet een tijdschema worden opgesteld voor de jury en de technisch afgevaardigde, waarop de starttijd voor A-traject is aangegeven evenals de tijden voor elk traject, inclusief de verplichte rust, en dit schema moet kunnen worden aangepast in geval van ongelukken of ander oponthoud.
b. Een tijdschema met vermelding van de starttijd voor A-traject moet aan de deelnemers en tijdwaarnemers worden verstrekt.
2. TIJDEN IN DE TRAJECTEN
a. De toegestane tijd voor ieder traject wordt berekend volgens de gemiddelde snelheid, gekozen voor dat traject in overeenstemming met artikel 452.6.
b. De minimumtijd voor A-traject is 2 minuten lager dan de toegestane tijd.
c. De minimumtijd voor traject B is 3 minuten lager dan de toegestane tijd.
d. De maximumtijd voor de A-traject en het overgangstraject is gelijk aan de toegestane tijd plus 20%.
De maximumtijd voor traject B is gelijk aan tweemaal de toegestane tijd.
3. TIJDWAARNEMING
a. Indien mogelijk wordt een elektronische tijdopname gebruikt voor de deelnemers in de hindernissen.
Voor klasse Z wedstrijden is dit verplicht.
b. Of elektronische tijdwaarneming wordt gebruikt of niet, de tijdwaarnemers bij start en finish van elk traject moeten de start- en finishtijden van elke deelnemer op een verzamelstaat noteren en dit ook op het grondtijdenformulier van de deelnemer vermelden.
4. START EN FINISH
a. Deelnemers moeten tenminste 10 minuten voor de vastgestelde starttijd van het A-traject gereed zijn voor de start.
b. Wanneer een deelnemer niet binnen een minuut na de officiële toegewezen starttijd voor het A-traject en/of traject B gereed is om te starten, zal de jury de omstandigheden onderzoeken en zal direct of later een beslissing nemen of de deelnemer wordt uitgesloten. Wanneer een deelnemer later start, zal de tijdwaarnemer de werkelijke tijd noteren en de jury ogenblikkelijk informeren. De deelnemer wordt gestraft met 0,25 strafpunt per begonnen seconde van de verstreken tijd tussen de officiële starttijd en de tijd dat de deelnemer start klaar is. De tijd tussen dat de deelnemer startklaar is en zijn nieuwe starttijd wordt niet bestraft. De deelnemers moeten elk traject vanuit stilstand starten. De officiële tijdwaarnemers zullen aftellen tot de starttijd. Wanneer een deelnemer start voordat de tijdwaarneming toestemming heeft gegeven, zal hij worden teruggeroepen, zal het grondtijdenformulier worden aangepast en wordt opnieuw een startsein gegeven. De jury moet zo spoedig mogelijk hierover worden ingelicht.
c. De tijdopname in de trajecten stopt wanneer de neus van het voorste paard de finishlijn passeert. De deelnemer kan strafpunten in een traject oplopen tot dat de gehele aanspanning over de finishlijn is.
5. TIJDSTRAFPUNTEN IN DE TRAJECTEN
a. In het A-traject, B en het overgangstraject wordt de tijdsoverschrijding bestraft met 0,25 strafpunten per begonnen seconde boven de toegestane tijd.
b. Deelnemers, die aankomen in het A-traject en B beneden de minimumtijd, worden bestraft met 0,25 strafpunt per begonnen seconde onder de minimumtijd.
c. Overschrijding van de maximumtijd in trajecten A en B betekent uitsluiting.
d. Voor de berekening van het totaal aantal strafpunten in proef B zie artikelen 424 en 430.
6. TIJDSTRAFPUNTEN IN DE HINDERNISSEN
a. Voor elke hindernis afzonderlijk wordt de tijd niet afgerond of in strafpunten omgerekend.
b.Overschrijding van de maximumtijd in een hindernis betekent uitsluiting en mag de deelnemer zijn weg niet vervolgen.
c. Zowel de met de hand opgenomen, als de elektronische tijden worden genoteerd op 1/100 seconden.
De som van alle hindernistijden wordt vermenigvuldigd met 0,25 strafpunt, om de totale tijdstrafpunten in de hindernissen vast te stellen.