Mennen Artikel 456 - Strafpunten in het parcours

1. ZWEEP
a. De zweep mag uitsluitend gehanteerd worden door de deelnemer.
b. Wanneer een deelnemer zijn zweep breekt of verliest, mag een groom hem de reservezweep aanreiken zonder te worden bestraft.
2. GRONDTIJDENFORMULIER VERLOREN
Het bij de finish van proef B of het uitstaptraject niet kunnen overhandigen van het grondtijdenformulier wordt bestraft met 10 strafpunten.
3. VERGISSING IN HET PARCOURS
Wanneer een deelnemer de verplichte doorgangen niet in de voorgeschreven volgorde rijdt wordt dit beschouwd als een vergissing in het parcours. De deelnemer moet deze vergissing in het parcours herstellen alvorens hij de daaropvolgende hindernis binnenrijdt. Er is in dit geval geen sprake van een straf anders dan het verlies van tijd. Wanneer de deelnemer dit niet herstelt of onjuist herstelt dan volgt uitsluiting. Wanneer een deelnemer de hindernissen in traject B niet in de voorgeschreven volgorde rijdt, volgt uitsluiting.
4. AFWIJKEN VAN HET PARCOURS
Deelnemers dienen de route van de laatste 500 meter naar de finish of de afstand tussen de laatste hindernis en de finish van traject B wanneer deze minder dan 500 meter is, te volgen. Deelnemers die halthouden, een volte maken, slingerend rijden of op een andere wijze de route verlaten, worden bestraft met 10 strafpunten per keer.
5. GANGFOUTEN
Wanneer één of meer paarden galopperen tussen de laatste hindernis en finish traject B en dit niet binnen 5 seconden hersteld is, zal de deelnemer 1 strafpunt krijgen per keer. Als de foutieve gang voortduurt zal de deelnemer 1 strafpunt krijgen voor iedere volgende 5 seconden. Dit geldt vanaf de laatste hindernis, wanneer deze tussen de 300 meter en 500 meter van de finish ligt. Wanneer de laatste hindernis meer dan 500 meter van de finish ligt geldt bovenstaande vanaf het 500 meter bord (zie artikel 452.10b + c voor gangfouten tijdens laatste 500 meter in traject B).
6. AFSTIJGEN
a. In alle trajecten, buiten de hindernissen, mogen de grooms en deelnemers niet afstijgen/opstappen, tenzij het rijtuig stil staat. Indien één of beide grooms afstijgen zonder dat het rijtuig stilstaat wordt dit bestraft met 5 strafpunten en indien de deelnemer afstijgt 20 strafpunten. 
b. Binnen een hindernis in traject B, wordt de deelnemer bestraft met 5 strafpunten iedere keer wanneer één of beide grooms afstijgen en 20 strafpunten wanneer hij zelf voor welke reden ook afstijgt. Wanneer een groom op of over de paarden of over de langboom klimt dan wordt dit bestraft met 20 strafpunten per keer.
c. De deelnemer en alle grooms moeten op het rijtuig aanwezig zijn wanneer dit de start- en finishmarkeringen in de trajecten, alsmede de verplichte doorgangen in elk traject, passeert. Overtreding hiervan betekent 10 strafpunten per keer.
d. Wanneer de toestand van het terrein het rechtvaardigt, kan de technisch afgevaardigde en de voorzitter van de jury de deelnemers van de ponyrubrieken en de rubriek enkelspan paard toestaan dat hun grooms achter het rijtuig lopen, echter niet in de hindernissen.
7. HALTHOUDEN
a. Stilstaan om rijtuig of tuig te repareren, of om iedere andere reden buiten toedoen van de deelnemer waar ook in het parcours, uitgezonderd tijdens het rijden van een hindernis, wordt niet bestraft, met uitzondering van hetgeen in lid c is omschreven.
b. De deelnemer wordt gestraft met 1 strafpunt voor elke begonnen periode van 10 seconden, indien hij halthoudt in het parcours om elke andere reden.
c. Om welke reden ook halthouden tussen de laatste hindernis of het bord met 500 meter aanduiding, afhankelijk van hetgeen het dichtst bij de finish van traject B ligt, zal worden bestraft als een afwijking van het parcours (10 strafpunten overeenkomstig lid a). Als enige uitzondering is het de deelnemer toegestaan halt te houden voor herstel van tuig of rijtuig t/m 30 meter na het verlaten van de laatste hindernis, zonder strafpunten op te lopen voor het halthouden.
d. Een groom mag de leidsels hanteren, zonder bestraft te worden, wanneer het rijtuig stilstaat.
8. SCHADE AAN RIJTUIG, TUIG, PAARDEN
Het rijtuig moet op de volgende wijze de finishlijn van traject B passeren:
a. PAARDEN
Getrokken door het aantal paarden dat is vereist in de desbetreffende rubriek op straffe van uitsluiting.
b. WIELEN EN BANDEN
Het rijtuig moet op alle vier wielen staan. Een rijtuig met kapotte of ontbrekende banden, aan de finish, is toegestaan, maar het ontbreken van een wiel wordt bestraft met uitsluiting.
c. LAMOEN EN DISSELBOOM
Een gebroken of losgeraakte boom of lamoen betekent uitsluiting.
d. STRENG, LEIDSEL EN DISSELRIEM
Losgeraakte of kapotte streng of leidsel en/of disselriem wordt bestraft met 10 strafpunten per incident.