Ben ik te zwaar voor mijn paard?

Gewicht is actueel voor iedereen die op een paard rijdt. Daarbij zien we overigens niet overgewicht, maar ook juist ondergewicht. Het blijkt wel dat ‘de gemiddelde Nederlander’ zwaarder wordt, dus geldt waarschijnlijk ook voor ‘de gemiddelde ruiter’. Een ideale gewichtsratio voor paard en ruiter is echter moeilijk te bepalen, blijkt uit onderzoek. Er spelen meer factoren een rol, zoals een passend zadel, de balans en ervaring van ruiter en paard, de vitaliteit van de ruiter. Uit Engels onderzoek blijkt dat over het algemeen paarden weinig problemen ondervinden met een belasting tussen de 15 en 20% van hun eigen gewicht. Een voorbeeld: een redelijk formaat rijpaard met een gewicht van 600 kilo kan bij gemiddeld 17,5% van zijn eigen gewicht dan 105 dragen. Reken daarbij op 10 kilo harnachement, dan blijft er 95 kilo over voor de ruiter. Dit is dan ook het advies dat de KNHS aanhoudt. Voor de zekerheid: een groot KWPN paard is ongeveer 600 kg. Het kan dus zijn dat er op een ruitersportcentrum niet voor iedereen een passend paard is.

Alleen het beste is goed genoeg voor onze paarden. Het mooiste hooi, in een uitgebalanceerde mix met krachtvoer, veel beweging en natuurlijk een optimale training. We houden de conditie van ons paard nauwlettend in de gaten. Hoe onze eigen buik eruitziet, vinden we vaak minder interessant. Een frietje op de wedstrijd, een biertje aan de bar en eenmaal thuis ploffen we voldaan op de bank. Nu nog hardlopen? We hebben toch al gesport?

Computergeneratie
Natuurlijk, dit zijn heel wat clichés achter elkaar en er zijn zeker uitzonderingen. Maar feit is dat de gemiddelde paardensporter, vergeleken met andere sporters, lang niet altijd uitblinkt in conditie, lenigheid en fitheid. Dat beaamt instructeur Lammer Haanstra, die ziet dat onze fysieke gesteldheid achteruitgaat. ‘De beste groep lesklanten die ik nu zie, is slechter dan de slechtste groep van voor de computergeneratie. Dat we nu veel betere paarden fokken, kan die achteruitgang niet compenseren. Dat komt vooral omdat de beweging die ieder kind automatisch kreeg, nu uitzonderlijk is. Kinderen worden door hun moeder naar de manege gebracht, rijden en gaan weer naar huis. Buitenspelen vinden ouders vaak te gevaarlijk en computerspelletjes zijn een gemakkelijk en voor kinderen aantrekkelijk alternatief. Overgewicht is één van de gevolgen daarvan. Het probleem is wat mij betreft daarom breder. Ik vind het belangrijk dat we meer aandacht besteden aan bewegen in de breedste zin van het woord.’

Blijven reflecteren
Inga Wolframm, sportpsycholoog, is het daarmee eens. ‘Sinds de jaren tachtig wordt er onderzoek gedaan naar het effect van overgewicht van de ruiter op het paard. De rode draad is dat een paard geen probleem ondervindt als hij tussen de 15 en 20 procent van zijn eigen gewicht draagt. In de KNHS instructeursopleiding wordt een leidraad van 17 procent gehanteerd, want het gewicht van het zadel komt hier nog bovenop. Een paard van 600 kilogram mag dus een ruiter dragen die 102 kilogram weegt. Maar dat is niet meer dan een leidraad, want er spelen meer factoren mee. Is de ruiter iets zwaarder maar heeft hij een goede conditie, kan hij onafhankelijk zitten en hulpen geven? Of is hij wat lichter, maar slap en ongecoördineerd? Ook de bespiering en getraindheid van het paard spelen een rol. De rompstabiliteit van zowel paard als ruiter is heel belangrijk. En wat vraag je van het paard? Welke oefeningen moet hij doen, in welke gangen laat je hem lopen en hoelang? Het welzijn van het paard moet altijd vooropstaan. We hebben een bijzondere sport, waarbij we het privilege hebben om met dieren om te gaan. Natuurlijk kunnen we rond dit onderwerp regels ontwikkelen maar het is best een complex onderwerp. Het belangrijkste is dus dat ruiters zelf blijven reflecteren op waar ze mee bezig zijn. En omdat je soms blinde vlekken krijgt als je ergens lang mee bezig bent, is het goed om anderen mee te laten kijken. Hoe beinvloedt mijn manier van rijden het paard? Dat moet je jezelf altijd afvragen, of je nu Grand Prix rijdt of vooral buitenritten maakt.’

Gevoelig onderwerp
Maar wat als de zelfevaluatie lijkt te ontbreken en je het vermoeden hebt dat het welzijn van een paard te wensen overlaat door een te zware ruiter op zijn rug? Is het dan aan de instructeur, collega-ruiters of officials om de ruiter te wijzen op overgewicht? Volgens Lammer is het zeker aan de instructeur. ‘Het moet bespreekbaar zijn. Niet in de groep, maar bijvoorbeeld na de les tijdens een kop koffie. Met een correct gesprek, waarin de ruiter zijn verhaal kwijt kan, kun je veel oplossen.’ Inga: ‘Eigenlijk hebben we allemaal een verantwoordelijkheid in het bewaken van het paardenwelzijn. Het gesprek aangaan is het belangrijkste. Gewicht is een gevoelig onderwerp, zeker in onze door jonge vrouwen bevolkte paardenwereld. We hebben het nu over overgewicht, maar ondergewicht kan net zo goed een probleem zijn. Veel jonge vrouwen willen erg slank zijn. Het komt voor dat ze daarin doorslaan en ernstige problemen krijgen met hun gezondheid. Dat is wel het laatste wat je wilt bereiken.’

Ondertussen is er steeds meer aandacht voor het belang van fitte ruiters. Ruiterfitness, bootcamp voor ruiters, oefeningen die je thuis kunt doen…. Vrij nieuw zijn ruiteranalyses, waarin de ruiter door een team van deskundigen wordt bekeken tijdens het rijden. Hoe gebruikt de ruiter zijn lichaam en wat kan beter? Lammert maakt deze analyses samen met Ferry Ferweda, eigenaar van Ruiterfit. Lammert: ‘ik denk dat hier de toekomst ligt. Iedereen is druk en paardrijden is een intensieve liefhebberij. Het is veel slimmer om aan de slag te gaan met oefeningen waarmee je heel gericht werkt aan jouw zwakke punten in het zadel. Je merkt dan dat je heel snel vooruitgaat.’ Ook de KNHS besteedt aandacht aan dit onderwerp. In de tweede fase van de ruiteropleiding, zilver, is ruiterfitheid ook een onderwerp. In de bijscholing van de instructeurs wordt gewerkt met de flexchair, die inzichtelijk maakt wat het effect van houding en zit is op het paard. Verder kunnen ruiters zelf al veel doen. Er zijn bijvoorbeeld veel apps die je kunnen helpen bij het werken aan je fysieke gesteldheid.’ Lammert: ‘Ik hoop van harte dat ruiters daarmee aan de slag gaan. Als je beter wilt presteren met je paard, moet je eerst aan de slag met je mentale en fysieke gesteldheid. Dan pas kan het paard beter worden. Verbeter de combinatie bij jezelf.’