Dit is artikel 119 - hulpmiddelen uit het disciplinereglement dressuur
- Het gebruik van mondbeschermers (gladde rubberen bitringen) is in alle klassen toegestaan, bij het gebruik van een enkele trens.
- Voor het gebruik van een neusnetje en oornetje wordt verwezen naar het Algemeen Wedstrijdreglement.
- Het is niet toegestaan gebruik te maken van:
- een bit of stang, niet voorkomend op de lijst van geoorloofde bitten/stangen;
- een martingaal en van alle andere hulpteugels, zoals slofteugels, - gogues e.d.*;
- oorkappen, oogkleppen, bontje om de neusriem of elke andere voorziening, die het oriëntatievermogen van het paard beperkt;
- borsttuigen, voortuigen, staartriemen dan wel van elke andere voorziening die ervoor is bedoeld het zadel op zijn plaats te houden, met uitzondering van de (voor)singel;
- hoefschoenen.
- bodybandage - Voor pony's, behorende tot de categorie A, B, C, is het gebruik van een borsttuig en/of van een staartriem toegestaan.
- Het gebruik tijdens de proef van beenbescherming en/of springschoenen o.i.d., glijdende martingaal, Thiedemanteugel, e.d. is niet toegestaan, behalve bij een prijsuitreiking (het gebruik van bandages is niet toegestaan). Het gebruik van beenbescherming (niet zijnde bandages) en/of springschoenen o.i.d. is wel toegestaan tijdens een hors concours – start en starts in teamdressuur.
- Tijdens het losrijden - ongeacht of dit op het daartoe aangewezen terreingedeelte plaatsvindt of elders - mogen geen andere bitten, hulpmiddelen en/of voorzieningen worden gebruikt dan die, welke tijdens de proef zijn toegestaan*.
* Op het losrijterrein en op andere trainingsplaatsen van het wedstrijdterrein zijn wel toegestaan:
- glijdende martingaal, alleen echter in combinatie met een trenshoofdstel,
- beenbescherming (niet zijnde bandages), springschoenen e.d., om veiligheidsredenen mag gebruik gemaakt worden van een (beugel) riem om de hals van het paard, een bokriempje.
- enkelvoudige bijzetteugels, vastgemaakt aan het bit en het zadel, alleen tijdens het longeren op het oefenterrein en slechts dan wanneer er gebruik wordt gemaakt van een enkele longe. De bijzetteugels dienen te zijn bevestigd aan het bit van een trenshoofdstel en aan het zadel. Het longeren met gebruikmaking van welke andere hulpteugel of voorziening dan ook is niet toegestaan.
- een rijzweep - In de klassen B, L1 en L2 is een zweep toegestaan. Een reserve zweep is niet toegestaan. De maximaal toegestane lengte van de zweep is ,inclusief slag, 120 cm bij de paarden en 100 cm bij de pony’s. Tijdens een hors concours-start in de klasse M1 en hoger is een zweep toegestaan.
- Het dragen van sporen is in alle klassen toegestaan maar niet verplicht.
- Sporen zijn van metaal. Een ronde tand/knop/draaiend bolletje van hard plastic is toegestaan. De tand dient vanuit het midden van de spoor recht of gebogen naar achteren gericht te zijn. Wanneer voorzien van een wieltje, dient dit vrij te kunnen draaien en mag niet scherp zijn. De takken van de spoor dienen glad te zijn. Sporen zonder tand (dummysporen) zijn toegestaan. Indien ter bescherming, takken en steel zijn omwonden met een bescherming, is dit eveneens toegestaan. (Dit laatste niet op internationale wedstrijden.) Voor toegestane sporen wordt verwezen naar de Harnachementgids.
- Voor pony's zijn alleen stompe sporen, knopsporen - eventueel in zwanenhalsuitvoering – en sporen met een draaiend bolletje toegestaan waarvan de spoor een maximale lengte heeft van 3.5 cm vanaf de laars gemeten (zwanenhalsspoor horizontaal gemeten) en een minimale diameter van 0,5 cm. Voor toegestane sporen wordt verwezen naar de harnachementsgids op de website.
- De bondscoach kan in overleg met de jury hulpmiddelen toestaan tijdens speciaal daarvoor aangewezen wedstrijden, hiervan zijn Kring-, Regio- en KNHS-kampioenschappen en NK’s uitgesloten.
- Toegestane hulpmiddelen (en de wijzigingen hierop) worden gepubliceerd in de harnachementsgids.