Dressuur Artikel 134 - Onvoorziene omstandigheden

Als door onvoorziene omstandigheden van welke aard en oorzaak dan ook, een deelnemer zijn proef niet kan vervolgen, kan de (voorzitter van de) jury de deelnemer door middel van een (bel)signaal aangeven dat de proef dient te worden onderbroken. Wanneer de deelnemer, ondanks het (bel)signaal de proef niet onderbreekt, vervolgt hij de proef op eigen risico en zal de jury ook de beoordeling daarvan voortzetten en de (eventuele) invloed van de onverwachte en/of onvoorziene omstandigheden daarbij buiten beschouwing laten.
De (voorzitter van de) jury zal in dat geval beslissen of de deelnemer moet worden uitgesloten vanwege het negeren van het (bel)signaal tot 
onderbreken van de proef, of dat het hem, gezien de omstandigheden, kan worden toegestaan de proef te vervolgen.

Heeft de deelnemer de proef in opdracht van de (voorzitter van de) jury onderbroken, dan zal de proef weer worden voortgezet zodra de omstandigheden in (de directe nabijheid van) de ring dat, ter beoordeling van de (voorzitter van de) jury, rechtvaardigen. De (voorzitter van de) jury wijst de deelnemer het punt aan, waarop met de proef moet worden doorgegaan, onder vermelding van de volgende beweging/oefening, die moet worden uitgevoerd.