Dressuur Artikel 142 - Dressuurproeven jonge paarden

  1. De proeven voor jonge paarden hebben tot doel om jonge paarden op een geleidelijke en verantwoorde manier vertrouwd te maken met de wedstrijdsport en ook hoger gekwalificeerde ruiters de gelegenheid te geven hun jonge paarden uit te brengen in de lagere klassen. Bij de proeven voor jonge paarden is het ‘scala van de africhting’ ook de leidraad voor de beoordeling. 
  2. De kwaliteit van de oefeningen en gangen zoals gevraagd in de jonge paarden-proeven, wordt beoordeeld naar de totaalindruk zoals genoemd in het ‘scala van de africhting’. Dat wil zeggen: de kwaliteit van de regelmaat (takt) van de beweging, de ontspanning en souplesse, de aanleuning, de impuls, het recht gericht zijn en waar gevraagd en van toepassing de verzameling. Geen van de zes begrippen kunnen los van elkaar worden gezien. Alle begrippen hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar positief of negatief. De eerste drie criteria zijn vooral van toepassing op de proeven voor vierjarige paarden, waarbij de impuls natuurlijk al snel mede een rol gaat spelen. De overige criteria worden belangrijker naarmate de scholing van het jonge paard verder vordert. Zie ook de uitleg over het doel van de dressuur en over het ‘scala’ (Skala der Ausbildung). Voor deze dressuurproeven gelden dezelfde reglementaire bepalingen als voor de reguliere klassen m.u.v./ aangevuld met de volgende bepalingen; 
  3. Deelname:
    Vrije proef 4-jarigen Vanaf 1 april Combinatie minimaal in klasse L1 startgerechtigd
    Vrije proef 5-jarigen Vanaf 1 april Combinatie minimaal in klasse M1 startgerechtigd
    Vrije proef 6-jarigen Vanaf 1 januari Combinatie minimaal in klasse Z1 startgerechtigd
  4. Ondanks het feit dat er geen winstpunten worden toegekend kan het paard geregistreerd worden als
    geklasseerd in een klasse wanneer de combinatie 60% heeft behaald in deze proeven:
    a. Het binnenkomen, halthouden en groeten dient te geschieden op de A-C lijn. Voor de klassen L en M
    vanuit stap of draf; voor de klasse Z vanuit stap, draf of galop.
    b. De deelnemer dient bij begin en einde van de proef te groeten met het front naar de hoofdjury (bij C).
    c. De tijd gaat in na de groet bij de eerste stap voorwaarts en eindigt bij de laatste groet. Er worden 2 punten afgetrokken van het totaal aantal punten voor het rijden van een te korte of een te lange proef. Maximaal toegestane tijd is 5 minuten en na 4.30 minuten wordt een belsignaal gegeven.
    d. De deelnemer mag gebruik maken van de gehele rijbaan. Hij/zij behoeft niet op de hoefslag te blijven zoals in een verplichte dressuurproef.
    e. De verplichte onderdelen dienen zodanig getoond te worden dat ze door de jury te beoordelen zijn.
    f. De verplichte onderdelen mogen maximaal driemaal getoond worden. Bij iedere overschrijding dienen 2 punten in mindering worden gebracht van het totaal aantal punten.
    g. Alle uitgestrekte gangen, behalve de uitgestrekte stap, dienen op een rechte lijn getoond te worden, bijvoorbeeld op de lange zijde of op de diagonaal.
    h. Andere niet verplichte onderdelen mogen ook getoond worden. Wel dient de deelnemer zich aan het niveau van de proef te houden, dat wil zeggen: er mogen geen onderdelen of figuren getoond worden boven het niveau waarop de proef is voorgeschreven.
    i. De door de deelnemer ontworpen proef dient uit het hoofd gereden te worden.
    j. De rubrieken mogen met elkaar in handicap worden verreden wanneer in 1 van de klassen minder dan 4 combinaties deelnemen.
    k. De wedstrijdreglementen en de hierin opgenomen bepalingen zijn van toepassing. De 4-jarigen conform reglementaire bepalingen klassen L1/L2. De 5-jarigen conform reglementaire bepalingen klasse M1/M2.
    De 6-jarigen conform reglementaire bepalingen klasse Z1/Z2. Ondanks dat er niet op muziek gereden mag worden, gelden de bepalingen voor de technische presentatie zoals die zijn opgesteld voor de Kür op muziek ook voor deze vrije proeven. 
  5. De proeven mogen alleen worden beoordeeld door een jurylid met de kwalificatie IZ of hoger.