Dressuur Artikel 124 en 125 - Jury en Toezichthouder

De artikelen hieronder zijn onderdeel van het Disciplinereglement dressuur, hoofdstuk 3- Officials

Artikel 124 - Jury
Artikel 125 - Toezichthouder (steward)


Artikel 124 – Jury

  1. De taak en verantwoordelijkheid van de jury is geregeld in het Algemeen Wedstrijdreglement van de KNHS. 
  2. Een jurylid dient te voldoen aan het Licentiereglement Hippische Instructie en Officials wat gepubliceerd staat op de website. 
  3. Het totaal per wedstrijddag te beoordelen combinaties mag het aantal van 32 niet te boven gaan, met in achtneming van de genoemde pauzes in lid 4 van dit artikel. De KNHS behoudt zich het recht voor om hierin uitzonderlijke situaties van af te wijken tot maximaal 36 combinaties.
  4. Tijdens rubrieken die geheel aaneengesloten worden verreden, dient bij een deelnemersaantal tussen de 20 en 30 combinaties halverwege een pauze van tenminste vijftien minuten in het tijdschema te worden opgenomen.
    Zijn er meer dan 30 starts, dan dient er tweemaal een pauze van minimaal vijftien minuten ofwel eenmaal een pauze van minimaal dertig minuten te worden ingelast. Deze pauze dient duidelijk op de startlijst te worden aangegeven. 
  5. Het verdient aanbeveling proeven in de individuele dressuur vanaf de klasse Z1, de afdelingsdressuur en de kür op muziek voor viertallen door tenminste twee juryleden afzonderlijk te laten beoordelen. 
  6. Proeven in de klassen ZZ-Zwaar en hoger dienen altijd te worden beoordeeld door twee juryleden.
  7. Nederlandse Kampioenschappen, KNHS-kampioenschappen, regiokampioenschappen, Nationale kampioenschappen in de klassen Z2 pony’s, Z1-paarden en hoger, kadervormingswedstrijden en selectiewedstrijden vanaf de klasse ZZ-Zwaar, alsmede specifiek door de KNHS aangewezen wedstrijden worden in ieder geval door twee juryleden afzonderlijk worden beoordeeld. Dit laatste wordt voorts aanbevolen voor Kür op muziek-rubrieken, Pas de Deux-rubrieken en voor de wedstrijden Kür op muziek voor viertallen. 
  8. De (voorzitter van de) jury dient te beschikken over:
    a. een bel, dan wel een andere voorziening waarmee een duidelijk signaal aan de deelnemer kan worden gegeven;
    b. een stopwatch (tijdig starten, verzet enz.) en in het geval van beoordelen van de Vrije Kür op muziek, de Pas de Deux en de Kür op muziek voor viertallen.

Artikel 125 – Toezichthouder (steward)

  1. Bij alle KNHS dressuurwedstrijden is het aanstellen van een toezichthouder op het oefenterrein/het losrijden verplicht. Dit wordt aanbevolen voor alle overige wedstrijden. 
  2. De toezichthouder dient een jurylid voor de discipline dressuur te zijn of op een specifieke lijst voor toezichthouders of stewards te staan vermeld. Het is niet toegestaan dat een jurylid in functie tegelijkertijd als toezichthouder fungeert. 
  3. Tijdens outdoorwedstrijden dient er voor de toezichthouder een (eenvoudige) accommodatie beschikbaar te zijn. 
  4. De toezichthouder ziet toe op een correcte optoming en correct gebruik van het harnachement; bij onvolkomenheden wordt de ruiter hierop gewezen en dient deze het harnachement conform het reglement aan te passen alvorens de ring te betreden. Als de ruiter dit niet kan aanpassen volgt uitsluiting. Dit wordt gerapporteerd. 
  5. De bittencontrole moet met de grootst mogelijke omzichtigheid en na beëindiging van de proef uitgevoerd worden. Desgewenst mag de toezichthouder de mond van het paard openen of de groom/begeleider verzoeken dit voor hem te doen. De toezichthouder dient in dit geval per paard een nieuw stel handschoenen te gebruiken. 
  6. Het door een deelnemer weigeren medewerking te verlenen aan en/of het bemoeilijken van de controle door de dienstdoende toezichthouder, kan uitsluiting tot gevolg hebben. In het geval van uitsluiting dient dit onmiddellijk aan de jury te worden gemeld. 
  7. Toezichthouders zijn bevoegd deelnemers die zich misdragen een officiële waarschuwing te geven. Zij dienen daarvan melding te maken aan de Federatievertegenwoordiger en zijn verplicht dit op te (laten) nemen op het rapport met opgave van de persoonsgegevens van de betrokken deelnemer, van eventuele getuigen en de motivering van de getroffen maatregel. 
  8. Het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen en/of optoming, evenals overmatig gebruik van toegelaten hulpmiddelen heeft, onmiddellijke uitsluiting dan wel diskwalificatie tot gevolg. Het maakt geen verschil of dit plaatsvindt in de ring of op enige ander deel van het wedstrijdterrein, het oefenterrein en/of in de bijbehorende accommodatie. 
  9. In het geval van uitgesproken onregelmatigheid van het paard deelt de toezichthouder de deelnemer direct mee dat deze wordt uitgesloten. Tegen deze beslissing is géén beroep mogelijk en de deelnemer dient onmiddellijk af te stijgen en met het paard het losrijterrein te voet te verlaten. 
  10. Toezichthouders kunnen tijdens wedstrijden volgens artikel 47 controleren op de aanwezigheid van de benodigde wedstrijddocumenten en of de gegevens hierin correct zijn geregistreerd. 
  11. Toezichthouders zijn verplicht overtredingen van een deelnemer op te (laten) nemen in de rapportage aan de KNHS