Eventing Artikel 301 - Algemene bepalingen en definities

  1. Een eventingwedstrijd bestaat uit drie onderdelen waarbij de deelnemer steeds hetzelfde paard berijdt. De onderdelen worden altijd in onderstaande volgorde verreden:
    a. Een dressuurproef. Alleen in de klasse B kan een organisatie besluiten het onderdeel dressuur niet uit te schrijven. Deze rubriek is wel voor promotiepunten.
    b. Een springproef.
    c. De cross.
  2. Een Eventingwedstrijd kan gedurende één of meer dagen worden verreden. 
  3. Eventing kent de volgende nationale klassen voor paarden/pony's:
    PaardenPony's
    Klasse BBKlasse BB (cat. A t/m E)
    Klasse BKlasse B (cat. A t/m E)
    Klasse LKlasse L (cat. A t/m E)
    Klasse MKlasse M (cat. C/D/E)
    Klasse ZKlasse Z (cat. C/D/E)

  4. Jonge paarden 
    Jonge paarden rubrieken kunnen worden uitgeschreven binnen de reguliere klassen B tot en met Z, met inachtneming
    van de leeftijdsgrens beschreven in artikel 303. Behaalde resultaten zullen worden toegevoegd in de desbetreffende
    klasse.
  5.  Als (pony)ruiter moet je één van onderstaande standen hebben behaald om deel te mogen nemen aan eventingwedstrijden:Als (pony)ruiter moet je één van onderstaande standen hebben behaald om deel te mogen nemen aan eventingwedstrijden:

    Een ruiter dient minimaal 1 winstpunt in de hoogte 0.90m springen te hebben behaald om deel te mogen nemen aan eventingwedstrijden.
    of
    Ponyruiters met een A pony dienen minimaal 1 winstpunt in de hoogte 0.50m behaald te hebben om deel te mogen nemen aan eventingwedstrijden.
    of
    Ponyruiters met een B pony dienen minimaal 1 winstpunt in de hoogte 0.60m behaald te hebben om deel te mogen nemen aan eventingwedstrijden 
    of
    Ponyruiters met een C pony dienen minimaal 1 winstpunt in de hoogte 0.70m behaald te hebben om deel te mogen nemen aan eventingwedstrijden
    of
    Ponyruiters met een DE pony dienen minimaal 1 winstpunt in de hoogte 0.80m behaald te hebben om deel te mogen nemen aan eventingwedstrijden.

  6. Paarden en pony’s mogen na een start op een eventingwedstrijd pas na 5 dagen op een volgende eventingwedstrijd gestart worden. 
  7. Paarden en pony’s mogen op een eventingwedstrijd maar in 1 rubriek worden uitgebracht. 
  8. In de cross dient de gehele route te paard te worden afgelegd waarbij alle verplichte doorgangen in de juiste  volgorde en vanuit de juiste aanrijdrichting worden gepasseerd. Het is wel toegestaan om stil te staan en af te  stijgen om bijvoorbeeld de zweep op te rapen. De ruiter dient weer te paard te zitten voordat verder wordt gereden. 
  9.  De gehele route dient in de juiste volgorde te worden afgelegd waarbij alle hindernissen worden overwonnen. Bij hindernissen, waarbij een alternatief geboden wordt, mag een keuze gemaakt worden om of het alternatief of de reguliere route te volgen. Het is niet toegestaan een hindernis tweemaal te springen tenzij in bijzondere gevallen,  zoals in dit reglement beschreven (zie art. 309 en 319).
  10. Het is alleen toegestaan om over die hindernissen te springen, die tot de klasse behoren waaraan wordt deelgenomen. Het springen over andere hindernissen, sprongen of obstakels heeft uitsluiting tot gevolg.