Eventing Artikel 312 - Algemeen

Dit artikel is onderdeel van het disciplinereglement eventing, Hoofdstuk 2: organisatie en verloop van de wedstrijd


  1. Medische hulpverlening
    In de discipline eventing zijn medische hulpverleners (EHBO/Rode Kruis) verplicht. Deze moeten ervaring hebben met de spoedeisende geneeskunde en wervel immobilisatie. Er moet een bemande EHBO/Rode Kruispost ingericht zijn welke zo gepositioneerd is dat het gehele crosstraject eenvoudig te bereiken is.
    Naast de reguliere EHBO-materialen moeten de medische hulpverleners tevens beschikken over het volgende:
    - brancard (gebruikt om de ring/route vrij te maken bij NIET ernstige blessures)
    - AED (automatische defibrillator)
    - bloeddrukmeter
    - saturatiemeter

    Medische hulpverleners dienen bekend te zijn met de plaatselijke omstandigheden en moeten gedurende de wedstrijd de beschikking hebben over passend vervoer.
    Medische hulpverleners moeten gedurende de wedstrijd middels portofoons in contact staan met de wedstrijdleider/centrale post en dienen een communicatielijn te hebben met ziekenhuis en meldkamer ambulancezorg (MKA).
  2. Voor alle wedstrijdonderdelen moeten er goede mogelijkheden zijn om los te rijden. De wedstrijdorganisatie stelt op het inspringterrein en bij de start van de cross tenminste één rechte hindernis en een breedtehindernis op. Deze hindernissen dienen afgevlagd te zijn. Het inspringterrein moet voorzien zijn van een veilige bodem en heeft een minimale breedte van 20 meter. De lengte moet voldoende zijn om een hindernis juist te kunnen aanrijden, minimaal 40 meter is hierin verplicht.
  3. De wedstrijdorganisatie stelt op het inspringterrein en bij de start van de cross tenminste één rechte hindernis en een breedtehindernis op. Deze hindernissen dienen afgevlagd te zijn. 
  4. De wedstrijdorganisatie zorgt ervoor dat er bij de finish van de cross country faciliteiten aanwezig zijn om de paarden te koelen.
  5. In het vraagprogramma staat aangegeven op welk moment de cross voor bezichtiging wordt vrijgegeven. Op dat moment zijn alle hindernissen, vlaggen en bakens opgesteld. 
  6. Tijdmeting:
    a. De tijd tussen de starttijd van het springparcours en de starttijd van de cross ligt tussen minimaal 15 en maximaal 30 minuten. Hierbij wordt rekening gehouden met de afstand tussen het springparcours en de start van  de cross.
    b. Als door het stilleggen van het onderdeel springen of de cross, door welke oorzaak dan ook, de tijd tussen het springparcours en de cross meer dan 30 minuten bedraagt, moet de start van het springparcours stilgelegd worden. 
  7. Wedstrijdsecretariaat:
    a. Het wedstrijdsecretariaat stemt een tijdstip af in overleg met de TA en Parcoursontwerper cross waarop de cross vrij is voor verkenning. De cross mag vrijgegeven worden na de laatste keuring door de TA. Zodra de cross is vrijgegeven voor verkenning, dient het wedstrijdsecretariaat geopend te zijn. 
    b.Het wedstrijdsecretariaat dient minimaal een uur voor aanvang van het eerste wedstrijdonderdeel open te zijn.
  8. De voorlopige uitslag van elke klasse dient een half uur voor de prijsuitreiking gepubliceerd te zijn. (Voorlopige) uitslagen van de dressuur worden zoveel mogelijk bekend gemaakt voordat met de cross wordt begonnen.