Eventing Artikel 331 - Indooreventingwedstrijden en Eventingderby's

Tijdens een indooreventingwedstrijd of een Eventingderby vindt de cross-country plaats in een afgesloten ring van minimaal 2.000 vierkante meter (indoor) en 3.200 vierkante meter (derby). Deze wedstrijden worden verreden volgens het geldende wedstrijdreglement eventing waarbij de volgende aanvullingen gelden. 

 

  1. De volgende snelheden worden gehanteerd:
    Tempo crossPaardPony
    Klasse BB300-350 m/min300-350 m/min
    Klasse B350-400m/min300-350 m/min
    Klasse L400-450 m/min350-400 m/min
    Klasse M420-470 m/min375-425 m/min
    Klasse Z440-490 m/min400-450 m/min
  2. De wedstrijd bestaat uit één of meer onderdelen waar de cross altijd een vast onderdeel van uitmaakt. 
  3. Indien zowel de onderdelen springen en cross country worden verreden bestaat dit uit een 2 fasen parcours. De eerste fase bestaat uit een springparcours met ongeveer 8 hindernissen waarbij de fouten volgens tabel A worden berekend. De tweede fase bestaat uit een cross country met ongeveer 15-20 hindernissen (maximaal 25 sprongen) waarbij de fouten worden berekend volgens het reguliere eventingreglement. De finish van de 1e fase is de start van de 2e fase. 
  4. Voor het opmaken van het klassement is artikel 316 van toepassing. Voor wedstrijden zonder dressuur geldt voor alle klassen dat de deelnemende combinaties starten met een beginscore van -30. 
  5. Inzet officials:
    a. De rijstijl in de klasse B dient door één rijstijljurylid eventing beoordeeld te worden volgens het protocol in bijlage
    5. Het eindcijfer wordt x2 van het strafpuntentotaal aftrokken.
    b. Naast het rijstijljurylid moeten er 2 springjuryleden aanwezig zijn die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van het klassement.
    c. De taken van de federatievertegenwoordiger worden overgenomen door één van de juryleden.
    d. Een TA ondersteunt de Parcoursontwerper Cross en keurt voorafgaand aan de wedstrijd het spring- en crossparcours.
    De resultaten van indooreventingwedstrijden en eventingderby’s komen niet voor winst- of verliespunten in aanmerking.
  6. Op een indooreventingwedstrijd of een eventingderby mag een paard maximaal 2 maal worden gestart. starten. Indien 2 maal gestart wordt in dezelfde rubriek dan moet de 2e start HC zijn. 
  7. Op een indooreventingwedstrijd en eventingderby vindt geen veterinaire keuring plaats. 
  8. Combinaties moeten starten in de klasse waarin men startgerechtigd is.