Eventing Artikel 311 - Kleding en harnachement

 

  1. Kleding en harnachement algemeen
    a. Het dragen van een veiligheidshelm welke voldoet aan de voor de paardensport geldende veiligheidsnorm is verplicht voor iedereen die zich te paard op het wedstrijdterrein bevindt.
    b. Het toegestane harnachement en de wijzigingen hierop staan in de KNHS Harnachementgids.
  2. Kleding en harnachement tijdens de dressuur
    a. Voor het onderdeel dressuur geldt voor het gebruik van harnachement en kleding het  Wedstrijdreglement Dressuur en vanaf de klasse Z het FEI-reglement. Een veiligheidshelm is echter in alle klassen verplicht.
    b. Een borsttuig is toegestaan.
    c. In de dressuur eventing mag tot en met de klasse M met een zweep worden gereden. 
  3. Kleding en harnachement bij het springen
    a. Voor het onderdeel springen, geldt voor het gebruik van het harnachement het Wedstrijdreglement Springen en vanaf de klasse Z het FEI-reglement.
    b. Aanvullend is dat de springproef afgelegd mag worden in crosskleding.
    c. Het gebruik van zogenaamde crossbeenbescherming tijdens de springproef is toegestaan.
  4. Kleding en harnachement tijdens de cross
    a. In het onderdeel cross geldt voor het gebruik van het harnachement het wedstrijdreglement Springen en vanaf de klasse Z het FEI-reglement. Het harnachement dient vrij te zijn van loshangende of wapperende delen. Het gebruik van zogenaamde crossbeenbescherming in de cross is toegestaan. Het gebruik van bandages is om veiligheidsredenen niet toegestaan in de cross country.  
    b. Crosskleding dient nauw aan te sluiten en vrij te zijn van loshangende of wapperende delen. Lang haar moet worden opgebonden in een knot of onder de veiligheidshelm worden gedragen.. Het dragen van grote of uitstekende sieraden is niet toegestaan. 
    c. Het rijden met een helmcamera is toegestaan mits deze bij geringe aanraking losgekoppeld wordt van de helm. Het rijden met een helmcamera is geheel op eigen verantwoordelijkheid.
    d. Het rijden met een hartslagmeter is toegestaan. 
  5. Tijdens de cross is het verplicht:
    a. rijlaarzen of jodhpurlaarsjes en gladleren/gladde kunstleren chaps te dragen;
    b. een bodyprotector te dragen. Het is tevens toegestaan om naast de bodyprotector gebruik te maken van een
    opblaasbaar vest dat met een koord verbonden is aan het zadel met als doel bij een val deze te breken. Zowel bodyprotector als opblaasbaar vest moeten voldoen aan de laatst gepubliceerde veiligheidsnorm.
    c. het rugnummer zichtbaar te dragen aan zowel de voor- als de achterzijde.